Het klinkt misschien raar, maar duivenmelkers houden niet zo van tentoonstellingen . Vaak zie je op regionale tentoonstellingen dezelfde gezichten en om nou te zeggen dat deze duivenmelkers uitstralen van harte aanwezig te zijn………. ? Niet echt, hoewel de ervaring leert dat dat in de loop van de middag bij de Othmarvliegers bijdraait. Het zijn echter wel de mensen waar duivenverenigingen op draaien: verenigingsmensen pur sang, die bereid zijn vrije tijd en zakgeld op te offeren. De tentoonstelling van de Othmarvliegers is een andere dan te doen gebruikelijk in den lande. Dat was in 2013 niet anders.
Vond de jubileumtentoonstelling van 2012 nog plaats in De Damast, dit jaar was het clublokaal weer de aangewezen plaats.
De ruimte in het clublokaal is niet bepaald een danszaal te noemen, de aanwezigen moeten dus inschikken. Het gevolg daarvan is dat men al gauw met elkaar aan de praat en de borrel raakt en de geluidsinstallatie van Douwe Kuipers uiteindelijk moeite moest doen de achtergrondmuziek te laten doorklinken. Met andere woorden: het wordt gezellig en dan weet je wel hoe laat het wordt. In de optiek van de Othmarvliegers is dat het belangrijkst. Natuurlijk is een goede bonnenverkoop essentieel, daarover verderop meer, maar waar het om gaat is dat de mensen zeggen dat ze een mooie middag hebben gehad en graag weer terug komen ! Wat te denken van de twee duivenmelkende broers uit Diepeveen bij Deventer, die al sinds jaar en dag de tentoonstelling bezoeken? Het zijn graag geziene gasten, net als de duivenmelkers van de verenigingen uit met name Oldenzaal, Denekamp en Sibculo.
Het aanvangstijdstip verandert nooit, het moment waarop het licht door Theo Luttikhuis wordt uitgedaan, varieert en dat zegt alles.
Terugkomend op de bonnenverkoop. Voor het tweede jaar was het Jim van Ingen, gezegend met een vlotte babbel, die het regelen van de bonnen en de veiling daarvan, voor zijn rekening nam. Hij is de perfecte opvolger van Herman Hemme.
Veel verenigingen ondersteunen hun veiling met een internetvariant. Zo ook de Othmarvliegers en niet zonder succes. De bonnen gingen, na veel biedingen op het internet, deze zondagmiddag snel en voor een goede prijs van de hand. Het zal geen verbazing wekken, maar de meest gewilde bon was de schenking van Kas en Karel Meijers, waarop zelfs biedingen binnenkwamen vanuit Engeland. “Need I say more?” Dacht het niet. Dit alles vond plaats onder de paraplu van de tentoonstelling: de duiven worden daarbij niet beoordeeld op hun prestaties, maar op de lichaamsbouw, vleugels en uiterlijke verschijning. Deelnemende liefhebbers dienen een viertal duiven in te zenden. Die inzending bestaat uit een oude doffer, oude duivin, jonge doffer en jonge duivin. De duiven worden, ieder voor zich en als viertal, beoordeeld door een speciaal daarvoor opgeleide keurmeester. Dit jaar was dat Jan Klein-Haarhuis uit Geesteren (O). Een kundig man, die het viertal van Bert Damhuis als mooiste kwalificeerde, net voor de viertallen van Oscar Ossenvoort (2e) en Han Damhuis (3e).
De mooiste oude doffer was van Bennie Senger, de mooiste oude duivin en tevens mooiste duif van de show van Bert Damhuis, mooiste jonge doffer van Oscar Ossenvoort en de mooiste jonge duivin van de schrijver van dit verhaal, (redactie: Martin Weghorst).
De viertallen van de verenigingen uit Oldenzaal, Denekamp en Sibculo hebben een eigen prijsklasse. Het mooiste viertal werd gevormd door de duiven van Bennie Nolten namens de Snelvlucht Denekamp. Daarvan kan in ieder geval gezegd worden dat mooi en goed bij zijn duiven inderdaad samengaat. De 2e prijs was voor Snelvlucht Oldenzaal, de 3e prijs ging naar Zwaluw Oldenzaal.
Resumerend: een zeer geslaagde tentoonstelling met alles wat daarbij komt (maar dat had u ongetwijfeld al begrepen).