De weersomstandigheden bij wedvluchten met postduiven is de belangrijkste factor om een vlucht in zijn algemeenheid tot een succes te maken. Is het weer over de hele vlieglijn slecht, dat wil zeggen vanaf de losplaats tot het hok waar de duiven thuishoren, dan wordt er überhaupt niet gelost en moet er gewacht worden. Duivenmelkers zitten daar niet op te wachten: hoe eerder de duiven los kunnen, hoe liever ze dat hebben. Of er gelost kan worden is een vraag die veel melkers beantwoorden met behulp van buienradar.nl en websites met weerberichten specifiek gericht op de duivensport. Kwamen in het verleden nogal eens ‘rampvluchten’ voor, vluchten met veel achterblijvers, met de huidige technieken is dat verleden tijd. Althans, dat zou niet meer mogen gebeuren. Kritiek leveren, met name achteraf, is altijd gemakkelijk maar de lossing van afgelopen zaterdag 14 april vanuit Hasselt, 195 kilometer hemelsbreed, was wel uiterst ongelukkig. Sterker nog, het was gewoon een uitermate slechte lossing. De lossingscommissie van de afdeling 9 zal wellicht grote moeite hebben met die constatering, maar wat slecht is mag ook als zodanig gezegd worden, net zo goed als er complimenten worden gemaakt als er goed wordt gelost. Wat was er die zaterdag aan de hand ?
De ochtend begon heiig en de verwachting was dat het heiige in de loop van de ochtend zou verdwijnen. Van een vroege lossing kon dus geen sprake zijn. Uit de lossingsberichten bleek echter dat de duiven van de Afdeling 8 wel gelost konden worden, terwijl hun vlieglijn voor een groot gedeelte overeenkomt met die van onze afdeling 9. Er werd vervolgens gelost om 12.30 uur, daar waar buienradar aangaf dat er een hele rits buien rechtstreeks afkoerste op Oost-Nederland. Precies op het tijdstip, waarop de duiven onder normale weersomstandigheden thuis hadden kunnen zijn, begon het keihard te regenen. De afdeling 9 wordt niet alleen gevormd door liefhebbers uit Almelo, Hengelo en Enschede maar ook uit liefhebbers uit het noordelijkste puntje van de afdeling. Juist die duiven werden geconfronteerd met stevige buien. Duiven die in vorm zijn en op ramkoers liggen richting thuisbasis, gaan meestal vol door de regen. Duiven die qua vorm nog in de opbouwfase zitten zullen trachten die buien te omzeilen. Dat blijkt met name uit de opmerkingen van diverse liefhebbers dat hun duiven bij aankomst uit alle windrichtingen op de klep doken. Wat als Buienradar.nl had aangegeven dat de buienlijn over het midden of het zuiden van de afdeling had gelegen? Waarschijnlijk was er dan niet of veel eerder gelost. Geluk bij een ongeluk was dat onze duiven pas in een laat stadium met die buien geconfronteerd werden. Het aantal achterblijvers bleef daarom beperkt. Slechte lossing of niet, de liefhebbers die hun duiven op dit moment al in grote vorm hebben en de laatste weken vooral de uitslag bepaalden, stonden ook nu weer vooraan. De comb. Meijers deed wederom goede zaken en wist voor de tweede keer beslag te leggen op de weekendprijs, dit keer aangeboden door Van Buren Bouwmaterialen te Ootmarsum. Het was Douwe Kuipers die met zijn ‘133’ in het voetspoor van de combinatie wist te blijven. Zijn duivinnen waren al een tijdje flink op dreef tijdens de trainingen, maar pas op deze vlucht wist Bennie Senger zich bij de top 5 te scharen. Zijn vluchten, de eendaagse fond, komen pas over een tijdje. Kennelijk is de vorm al aanwezig of ze ligt op de loer. Senger is in ieder geval een factor waar de komende tijd rekening mee moet worden gehouden.
De volledige uitslag van Hasselt, 14 april met totaal 305 duiven:
1,2,3, 6, 8 en 10: Comb. K. & K. Meijers
4. D. Kuipers
5. B. Senger
7. Th. Luttikhuis
9. J. van Ingen.