Ode aan de Prinsengarde

Onze stadsdichter Henny Olde Meule heeft een nieuw gedicht gemaakt. Dit keer is het een ode aan de Prinsengarde waar hij zelf ook deel van uitmaakt. Een heel toepasselijk gedicht, want over een paar dagen barst het carnaval los. Tijdens die zottendagen is de Prinsengarde weer èèn van de blikvangers in hun mooie outfit. Ze bestaan dit jaar 50 jaar, geen carnavalsjubileum, maar een goede reden om daar als prinselijke stadsdichter aandacht aan te besteden. De ode aan de Prinsengarde staat, tot aan het volgende gedicht, aan de zijkant van onze homepage

PRINSENGARDE OTHMARRIDDERS 50 JAAR

 De Prinsengarde Othmarridders zag in 1974 voor het eerst het levenslicht.
Dat is de aanleiding voor dit kolderieke carnavalsgedicht.
De Prins leidt  jaarlijks het carnaval en speelt dan ook zijn rol als nar.
Hij viert feest, leidt de polonaise, gaat voorop met het gevolg en trekt de kar.
De Prinsengarde viert geen gouden jubileum maar bestaat wel 50  jaar.
Als alles gedeeld kan worden door elf dan raken we pas de juiste snaar.
Dus gaan we eerst nog vijf jaren in de Siepelstad carnavalsfeesten vieren.
Alvorens de Prinsengarde het vaandel hijst en de jubileumbok gaat bestieren.

Bij café De Poort hangt de fotogalerij van de Prinsengarde aan de wand.
Het illustere gezelschap heeft met haar residentie een uitstekende band.
Met hun liederenbundel in de hand wordt er vaak luidkeels gezongen.
Daarna samen gezellig aan het gerstenat, dat streelt de tongen.
Verder zijn de Oud Prinsen bij de Othmarridders op vele terreinen zeer actief.
De traditionele brunch met alle prinsessen vinden ze erg lucratief.
Ook de jaarlijkse dolle zomeravond met de Senaat is erg favoriet.
Zo’n verbroederingsfeest met oud adjudanten slaat in als een meteoriet.

Siepeldinsdag, Prinsenwagen, adviseren en ceremonies zijn hun taken.
Wel oppassen dat de vele Harrie’s en Jannen niet in de meerderheid geraken.
58 doorluchtige hoogheden hebben bij de Othmarridders inmiddels de scepter gezwaaid.
Daarna is elk jaar het carnavalsvirus in Oatmössche wel weer overgewaaid.
Hij die een bok heeft geschoten krijgt als wisseltrofee de bronzen carnavals bok uitgedeeld.
De burgemeester overhandigt jaarlijks aan het uitverkoren Gardelid dit fraaie beeld.
Maar bovenal heeft deze gezellige club als motto: niets hoeft en veel mag.
Daarom zetten ze met een blij gezicht hun feestneuzen op tijdens elke carnavalsdag.

Henny Olde Meule (Stadsdichter Ootmarsum     –    februari 2024)

 

< Vorig / Volgende bericht >

Gerelateerde berichten

Een ode aan Berend Seiger

Een ode aan Berend Seiger

Wie in Ootmarsum kent hem niet: Berend Seiger. In Oldenzaal geboren en getogen, maar in de Siepelsta...

Lees verder >
Ode aan de bibliotheek 2.0

Ode aan de bibliotheek 2.0

  Ootmarsum heeft weer de beschikking over een bibliotheek. In feite is deze nooit weggewees...

Lees verder >
Gedicht over de Simon en Judaskerk

Gedicht over de Simon en Judaskerk

Tijdens een belangrijke informatie – en meedenkavond over de toekomst van de Simon en Judaskerk he...

Lees verder >