In zijn toespraak vrijdagavond ging Postcoördinator Brandweerpost Ootmarsum, Harald Schulten even in op de vele locaties waar in de loop der jaren de brandweerkazerne in Ootmarsum was gevestigd.
In het boek “Brand en Brandweer in Ootmarsum (1992) staat hierover een opsomming die varieert van een oude school, een stadhuiskelder en een ‘stadsgevangenis’.
Een in 1722 gekochte brandspuit was toentertijd gestationeerd in het stadhuis. Dat was het stadhuis, dat in 1564 op de hoek Kerkplein-Markt was gebouwd, de plek waar nu het voormalig stadhuis (uit 1778) staat.
De ruimte in het stadhuis moest echter voor andere werkzaamheden beschikbaar komen. In 1876 kwam een tijdelijke oplossing: de openbare lagere school aan het Kerkplein (huisnr. 27) kwam leeg te staan en daar konden spuit, emmers en ander materieel worden opgeslagen. Die school werd afgebroken en de spuit en brandweerlieden verhuisden weer naar het stadhuis (uit 1778). Een tijdelijke oplossing. In 1914 kreeg men de beschikking over de helft van het pandje achter het postkantoor aan de Westwal hoek Marktstraat. De andere helft was in gebruik als stadsgevangenis.
Rond 1950 was er ineens meer ruimte en wel in de opslagplaats aan de Walstraat. Daar bleef de brandweer tot 1980, maar onder andere in verband met de moeilijk uitrijden, werd naar een andere plaats gezocht. Deze kreeg de brandweer voor het eerst de beschikking over een eigen kazerne aan de Van Beverfordestraat, op een deel van de gemeentewerf. (Kosten f 473.800,–)
Hoe mooi en ruim ook, deze ruimte kon de ontwikkelingen ook niet bijbenen.
De kazerne die nu is betrokken, betekent de zoveelste halte op de trektocht door Ootmarsum. Zal het dan eindelijk een definitieve oplossing zijn?
Op de foto (ca.1910) is de brandweerkazerne in de helft van het pandje rechts achter gevestigd. De andere helft was gevangenis en stond als ‘papieren huuske’ bekend.