Een groot deel van de oevers van het kanaal Almelo – de Haandrik voldoet niet meer aan de landelijke constructieve norm en is snel aan onderhoud toe. Dit blijkt uit een grootschalig onderzoek van de provincie Overijssel. Op veel plekken is de oever instabiel. Bij 43 kilometer van de in totaal 65 kilometer aan oevers die het kanaal telt, moet in de komende jaren worden gewerkt. Bij 10,9 kilometer daarvan is het onderhoud inmiddels in voorbereiding.
Stabiliteit damwanden
Bij het voorbereiden van het geplande onderhoud heeft de provincie Overijssel onderzoek naar de stabiliteit en veiligheid van de oevers van het kanaal Almelo – de Haandrik laten uitvoeren. Uit dit onderzoek blijkt dat naast de 10,9 kilometer oever waarvan de provincie het opknappen al in voorbereiding heeft, er nog ongeveer 32 kilometer aan onderhoud of vervanging toe is. 15,8 kilometer daarvan ligt in het huidige schadegebied langs het kanaal. Het gaat dan vooral om betonnen en stalen damwanden uit de jaren ’70-’80 die in de loop der tijd achteruit zijn gegaan. Of om oevers die volgens de wettelijke rekennorm instabiel zijn.
Maatregelen korte termijn
De provincie is bezorgd over de staat van de oevers. We vragen de gemeentes om op korte termijn een aantal maatregelen in te stellen. Op sommige plaatsen kan bijvoorbeeld een beperking voor de aslast ingesteld worden voor het verkeer op de wegen langs het kanaal. Ook kan het gaan om plaatsing van geleiderails. Om te voorkomen dat voertuigen in de berm terechtkomen en met hun gewicht daarmee de oeverconstructie verder belasten. Wekelijks doen we inspectie vanaf de weg én maandelijks vanaf het water.
Nu doen wat noodzakelijk is, toekomstig gebruik kanaal verkennen
Gedeputeerde Staten van Overijssel zijn zich ervan bewust dat deze ontdekking vooral in het schadegebied tot teleurstelling en bezorgdheid leidt. Daarbij komt dat de totale onderhoudsopgave veel geld kan gaan kosten. Gedeputeerde Martijn Dadema: “We begrijpen de teleurstelling bij de mensen langs het kanaal heel goed. Zorgvuldigheid is heel belangrijk. We gaan nu voorbereiden wat strikt noodzakelijk is om de oevers waar dat nodig is te herstellen. Tegelijkertijd gaan we met bewoners, betrokkenen en deskundigen nadenken wat de toekomstfunctie moet zijn van het kanaal. Hebben we het kanaal op termijn echt nodig voor grote schepen? Of is het in de toekomst alleen voor de waterfunctie van het achterland? Die vraag is belangrijk om samen te gaan beantwoorden in de komende tijd. Daarmee kunnen we vaststellen hoeveel we precies de komende jaren aan het kanaal moeten doen en hoeveel geld we daaraan willen besteden.”
Geschiedenis van het kanaal
Het Kanaal Almelo – de Haandrik is in het midden van de 19e eeuw gegraven om de Overijsselse Kanalen van water te voorzien en heeft een grote betekenis gehad in de economische ontwikkeling van het gebied. De afvoer van turf werd door het kanaal makkelijk. Het beheer is daarna overgegaan naar de NV Maatschappij Overijsselse Kanalen, opgericht om een oplossing te vinden voor het dalende rendement van de Overijsselse Kanalen. Deze organisatie is later opgegaan in Rijkswaterstaat. In de jaren ’80 paste het kanaal volgens Rijkswaterstaat niet meer in de hoofdvaarwegstructuur en wilde Rijkswaterstaat het kanaal afwaarderen. Provincie Overijssel heeft zich daarna hard gemaakt om toekomst te geven aan het kanaal, voornamelijk voor de economische vitaliteit van het gebied. Vanuit deze intentie is het kanaal in de loop van de jaren in stapjes van de 300 ton naar de huidige 700 ton opgewaardeerd. Deze werkzaamheden zijn in 2016 afgerond. In de jaren daarna kwamen verzakkingen van huizen en wegen langs het kanaal aan het licht. Op dit moment is de provincie bezig met het zo goed mogelijk afwikkelen van de schade. Dat proces wordt begeleid door onafhankelijk bestuurlijk kopstuk Arie Slob.
De beheerders van het kanaal door de jaren heen:
• Overijsselse Kanalen Maatschappij: aanleg (19e eeuw).
• NV Maatschappij Overijsselse Kanalen: opgericht om een oplossing te vinden voor het dalende rendement (1941)
• Rijkswaterstaat (1969)
• Provincie Overijssel (1994)