Oorlogsdrama van Ootmarsum blijft ook na 80 jaar in herinnering voortleven

In de nacht van 29 op 30 januari 1945 werden per vergissing drie bommen gedropt boven Ootmarsum. Dat is op de kop af 80 jaar geleden. De – geallieerde – bommen kwamen terecht op het Bergplein pal naast de waterput. Een geluk bij een ongeluk was dat van de drie bommen er slechts één ontplofte. Maar die zaaide wel dood en verderf. Er vielen twee dodelijke slachtoffers: de 12-jarige Johan Heupink en de 34-jarige Femmie Davids. Daarnaast werden er tientallen omwonenden gewond; de schade aan omliggende panden en gebouwen was enorm. De wederopbouw nam jaren in beslag.
Het ‘bombardement’ wordt het vergeten oorlogsdrama van Ootmarsum genoemd. Behalve dat op de plek van het ‘bombardement’ het plaatselijke oorlogsmonument werd geplaatst waar jaarlijks op 4 mei de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog worden herdacht, werd er op de dag van het oorlogsdrama eind januari nooit aandacht aan besteed. Dat wil zeggen: alleen mevrouw Riet Koopmans-Heupink deed dat als enige sinds 1946 wel. Zij brandde dan een kaarsje voor haar omgekomen broertje en zorgde voor verse bloemen.

Plaquette
Omdat het in 2020 75 jaar geleden was, werd er een plaquette onthuld naast het oorlogsmonument. Met daarop een korte uitleg over wat er in januari 1945 op die plek is gebeurd. En de twee namen van de slachtoffers: Johan Heupink en Femmie Davids. Daarmee werd het oorlogsdrama aan de vergetelheid ontrukt.  In dat jaar zijn er ook bloemen en kaarsjes: voor Johan Heupink en Femmie Davids. Ook op het graf van Femmie op de protestantse begraafplaats aan de Molenstraat liggen bloemen en brandt een kaarsje ter herinnering aan de schooljuffrouw van de toenmalige hervormde school. Mede dankzij deze plaquette, geplaatst op initiatief van Alphons Weierink, wordt er nu meer aandacht besteed aan de slachtoffers van deze ingrijpende gebeurtenis. Ook vandaag 30 januari2025  is er een korte herdenking  en zijn er bloemen gelegd.

Getuigen van toen 80 jaar na het bombardement
Hij kwam er graag in z’n eentje met de auto voor uit Delden. Want Henk Steinmeijer wilde hoe dan ook deze middag aanwezig zijn bij de herdenking van het ‘bombardement’ op het Bergplein in zijn geboortestad. Dat was 30 januari dus 80 jaar geleden. Henk Steinmeijer was toen 16 jaar en is één van de laatste nog levende (oog-)getuigen, die dit Ootmarsumse oorlogsdrama kunnen navertellen. Met nog enkele andere getuigen van toen en nabestaanden van de slachtoffers deed Henk Steinmeijer dat ook letterlijk tijdens de herdenking in kleine kring bij het oorlogsmonument. De twee zussen Annie (92) en Mieke (90) Reinders waren erbij evenals Jan Schulten (89) en Johnny Sanders(90). Andere gasten waren (oud-)buurtbewoners van het Bergplein en omgeving. Andere sprekers naast Henk Steinmeijer waren dominee Roelof Kloosterziel en Alphons Weierink namens de buurt van het Bergplein en omgeving. Het was een intieme en ingetogen herdenking; de gesproken woorden waren oprecht en kwamen uit het hart. De twee minuten stilte waren indrukwekkend en met het leggen van bloemen werd de herdenking waardig afgesloten.

 

Wat gebeurde er 80 jaar geleden

Dagboek
Ootmarsummer Paul Budde maakte in zijn dagboek melding van de rampzalige gebeurtenissen in zijn stad. “Het was één grote ravage rond het Bergplein met vele slachtoffers. Verscheidene van hen werden allemaal bij de slagerij van Steinmeijer binnengebracht. De dokters wisten niet wie het eerst en laatst te helpen. Andere gewonden gingen naar het gasthuis. Toon Loman werd met de truck van Johan Polman naar het ziekenhuis in Oldenzaal gebracht. Eén grote chaos. Het is een troosteloze aanblik als je door de stad komt. Overal de ruiten en etalages eruit. In het gemeentehuis is de burgemeester de hele volgende dag druk in de weer om de ongeveer 80 daklozen onder te brengen. De schade is enorm, ook de hervormde kerk is zwaar beschadigd.”

Paniek 
De paniek op en rond het Bergplein na de bomexplosie was groot. Er werd geschreeuwd, gegild en gehuild. Onder anderen Ben Rolink en Henk Piest waren er als eersten bij om hulp te verlenen. Johnny Sanders raakte gewond aan zijn oog en bloedde hevig. Eerst voelde hij niets. De pijn kwam pas later in het huis van slager Steinmeijer waar hij naar toe werd gebracht. ,,Ik lag naast Johan Heupink, hij was volledig bij bewustzijn, ondanks zijn zware verwondingen. We hebben nog met elkaar gepraat. Verder weet ik nog  dat Hannes Hoffmann en ik de volgende dag door Duitsers naar het ziekenhuis in Enschede zijn gebracht. Daar bleek dat mijn oog onherstelbaar was beschadigd. Het is er uitgehaald en later vervangen door een glazen oog. Ik heb drie weken in het ziekenhuis gelegen. Daarna heb ik me altijd goed gered met het ene goede oog.”

Femmie Davids woonde samen met haar zus Nieske in de woning aan het Bergplein
Ze waren afkomstig uit Utrecht. Femmie  werkte sinds 1932 als onderwijzeres aan de in dat jaar geopende Hervormde School aan de Oostwal. Haar zus Nieske deed voor hen samen de huishouding. Als na de bomexplosie in de paniek alleen Nieske Davids op straat wordt aangetroffen, gaan hulpverleners in het verwoeste huis op zoek naar haar zus. Onder de trap vinden ze tot hun ontzetting  het ontzielde lichaam van Femmie Davids. Vermoedelijk heeft ze daar bescherming gezocht tijdens het luchtgevecht, maar de schuilplaats wordt ongelukkigerwijs haar dood, nog maar 34 jaar oud.

Ontroostbaar
Ook voor de familie van schilder Heupink heeft de bomexplosie grote gevolgen. Zoontje Johan, 12 jaar oud, wordt door bomscherven aan zijn hoofd geraakt. Levensgevaarlijk gewond wordt hij naar het ziekenhuis gebracht in Oldenzaal. Maar de artsen kunnen de jongen niet redden.  Nog dezelfde nacht  overlijdt hij. Zijn diepgelovige ouders en zijn jonger zusje Riet zijn ontroostbaar.
Heel Ootmarsum loopt uit bij de uitvaart en begrafenis van Johan Heupink. Het verdriet en onbegrip in zowel de katholieke als hervormde gemeenschap van Ootmarsum en omgeving zijn groot, omdat zo’n jongen al op zo’n jonge leeftijd moet overlijden. Hij wordt begraven op het katholieke kerkhof naast zijn buurjongen Gerhard Steinmeijer (20 jaar). Die overleed op 16 januari 1945 aan de gevolgen van Tuberculose. Hij kreeg deze ziekte toen hij bij een bombardement in Duitsland een scheurtje in zijn longen opliep. Zijn jongere zus Riki verzorgde hem en werd daardoor ook met Tuberculose besmet. In november van datzelfde jaar overleed ook zij aan de gevolgen ervan. Zij was pas 17 jaar. De drie buurkinderen uit de Bergstraat komen bij elkaar te liggen op het kerkhof. Een gezamenlijk graf met drie stenen en één kruis.

Treuren
Ootmarsum treurt en rouwt na het bombardement ook om Femmie Davids. De onderwijzeres dacht in Ootmarsum veilig te zijn voor de oorlog en genoot van haar werk als onderwijzeres samen met meester Reinders op de school aan de Oostwal. Femmie Davids wordt ook opgebaard in het gasthuis. Alle kinderen van de Hervormde School komen daar om afscheid van haar te nemen. Dit maakt een onuitwisbare indruk op velen; een trieste herinnering voor het leven. Femmie Davids wordt onder grote belangstelling begraven op de hervormde begraafplaats aan de Molenstraat. Haar ouders en haar zus Nieske zijn daarbij. Maar haar broer Chiel niet, die kon niet mee naar de begrafenis in Ootmarsum, vertelt zijn dochter Femmy Davids (74) uit Almelo. ,,De ouders van Femmie vertrokken halsoverkop met de trein naar Ootmarsum. Ze reisden in een gesloten veewagon. Vermoedelijk om niet bij een eventuele controle in moeilijkheden te komen vanwege hun naam Davids. Dat klinkt Joods, maar dat waren ze niet. In Oldenzaal stapten ze uit en vandaar zijn ze lopend naar Ootmarsum gegaan. Ze waren net op tijd voor de begrafenis.”

Reconstructie
Maar wat gebeurde er nu in de lucht boven Ootmarsum in die nacht van 29 op 30 januari? Een reconstructie is niet eenvoudig; al is het alleen maar omdat daarover niets is vastgelegd. Behalve dat er bommen zijn gevallen en dat er een luchtgevecht is geweest, zijn er hoegenaamd geen feiten. Er is geen tastbaar bewijs in de vorm van een neergestort vliegtuig of wat ook. Adrie Roding (67), kenner van de luchtvaarthistorie van Vliegveld Twente vooral ook in de Tweede Wereldoorlog, moet afgaan op wat getuigen hebben gezien en zich herinneren. ,,Een luchtgevecht is een gerechtvaardigde aanname”, zegt hij. ,,Eind januari 1945 kwam er vanuit Engeland een reeks van bombardementsvluchten op gang met als doel Berlijn. En Twente lag op de route.” De Engelsen vlogen ’s nachts. Daarvoor werden veelal Mosquito’s ingezet. Dat waren erg snelle en wendbare jachtbommenwerpers.

Mosquito’s
Uit Britse oorlogsarchieven blijkt dat in de nacht van 29 op 30 januari 1945 in totaal 59 Mosquito’s zijn opgestegen. Het was goed vliegweer: helder en koud. In tegenstelling tot een nacht later: toen was het slecht weer en bewolkt. Van de 59 Mosquito’s bombardeerden er 50 ook daadwerkelijk Berlijn. ,,Dat niet alle vliegtuigen hun doel bereikten, gebeurde wel vaker”, vertelt Roding. ,,Of ze werden neergeschoten of de vliegers konden hun doel niet vinden.” Roding vermoedt dat er die nacht sprake is geweest van een luchtgevecht tussen een Mosquito en een Duitse jager. ,,Om het gevecht beter te kunnen aangaan, heeft de piloot waarschijnlijk besloten om zijn bommenlast af te werpen, in de veronderstelling dat hij boven Duits grondgebied vloog. Maar dat was dus niet zo. En dat er maar enkele bommen zijn afgeworpen, past ook bij de Mosquito. Want dat was een relatief klein vliegtuig met twee motoren en een tweekoppige bemanning.

Bron: ‘Ootmarsum Vroeger en Nu’

< Vorig / Volgende bericht