De bloei ging zienderogen achteruit
De Ben Morshuis Stichting, BMS heeft ook het tweede deel over de stadshistorie in de 19e eeuw beschreven en afgerond. Samen met deel 1 is daarmee een beeld geschetst van hoe een bloeiend handels- en gildenstadje tot verval kon komen met als hoofdoorzaak het ontbreken van een goede infrastructuur
Dat de BMS zelfs twee boeken in de populaire BMS Reeks aan dit onderwerp heeft gewijd, geeft aan hoe ingrijpend de problematiek was. Het stadsbestuur van toen stond machteloos en wendde zich in uiterste nood meermalen in een persoonlijk schrijven tot de koning om financiële ondersteuning. In die brieven, die in het boek geheel of gedeeltelijk worden geciteerd, wordt ook als oorzaak van het chronisch gebrek aan financiële middelen de toenmalige gemeentelijke herindeling genoemd.
Het grote richterambt Ootmarsum werd allereerst in 1811 en daarna in 1818 drastisch verkleind, waardoor een belangrijke bron van inkomsten, de gemeentelijke belastingen, kwam te vervallen. Ootmarsum werd teruggebracht tot het stadsgericht en kon daardoor de voorzieningen, die in de loop der tijd waren ontstaan, niet meer betalen. Het geldgebrek leidde er onder andere toe, dat de treinverbinding, die in de 19e eeuw Twente ontsloot, Ootmarsum niet bereikte. En op steun van de afgescheiden gemeenten hoefde het stadsbestuur niet te rekenen.
De schrijvers van het boek maakten tijdens hun onderzoek gebruik van een artikel dat historicus Dick Schlüter in maart 2013 publiceerde. De aanleiding voor zijn verhaal was het al of niet doorgaan van vliegbasis Twente. Schlüter stelt hierin dat het vliegveld als een welkome vorm van infrastructuur is, die zijn uitstraling zal hebben op geheel Twente. Volgens hem was dat ook het geval geweest toen er in de 19e eeuw een betere infrastructuur (boot-, trein- en andere wegen) tot stand kwam. “Voor Ootmarsum had die verbetering in elk geval geen positieve uitwerking,” stellen de auteurs.
Het gevolg van het ontbreken van dat wegennet was een flinke achteruitgang op alle gebied: de Latijnse school werd gesloten, waardoor de leerkrachten ook vertrokken; de plaatselijke industrie sloot haar deuren of vertrok naar elders; de handel ging achteruit en voor stadsverbetering en uitbreiding was geen geld.
Die achteruitgang staat, samen met deel 1 in zo’n 50 hoofdstukken beschreven, die rijkelijk zijn geïllustreerd.
Het boek zal op woensdag 5 juni 2013 worden aangeboden in Hotel Van der Maas en onder andere de Vrienden van de BMS zijn hiervoor uitgenodigd; aanvang 20.00 uur. Het boek met 130 pagina’s kost € 17,50. Het betekent voor de BMS een mijlpaal: dit boek is het 10e deel in de BMS Reeks.