Ootmarsums bronwater grondstof Othmarbier

Mochten de nieuwe plannen voor het Commanderiegebied doorgaan, dan wordt Ootmarsums bronwater de grondstof voor het Othmarbier. Door boringen in de grond heeft de familie Heupink, de exploitanten van de brouwerij, ontdekt dat er schoon bronwater in de grond zit. Om dit te kunnen gebruiken moet er nog wel persoonlijke toestemming komen van de verantwoordelijk minister. Als die er komt wordt het bronwater, dat als het ware onder de nieuwe brouwerij doorstroomt, gebruikt om het Othmar bier af te vullen. “Maar de bal ligt eerst bij de gemeenteraad van Dinkelland, want als zij  de nieuwe Commanderieplannen goedkeuren, dan gaan we volop aan de slag en met veel elan,” vertelt Hans Heupink, “Ik heb er vertrouwen in dat het goed komt en wat ik begrepen heb zijn de bezwaren tegen de komst van de brouwerij ingetrokken. Men was vooral bang voor stankoverlast, maar we hebben de aanwonenden van het Commanderiegebied uitgenodigd om eens te komen kijken in onze huidige brouwerij aan de Eerste Stegge.”
De nieuwe brouwerij en brasserie worden in een laat Middeleeuwse stijl gebouwd en deze ambachtelijke brouwerij kan straks drie keer zoveel produceren als de huidige. “Dan hebben we het nog over kleine hoeveelheden van zo’n 30 hectoliter en je moet de Othmarbrouwerij absoluut niet vergelijken met die van Grolsch. Daarnaast willen we alles up to date hebben, dus wordt de brouwerij voorzien van de meest moderne materialen en technologische snufjes en hoeft men dus niet bang te zijn voor stankoverlast. Ik ben een idealist  en heb tegen de gemeente A gezegd tegen deze plannen en nu zeg ik ook B. Wij zijn flexibel en als we wat aan de bezwaren kunnen doen, dan blijven we altijd in overleg. Wij kiezen voor een goede samenwerking met de buurt en ervaren dat ook met de gemeente. Als de plannen worden goedgekeurd door de raad, dan gaan we direct over tot de procedures. De tekeningen liggen al klaar op het gemeentehuis en wij zijn er van overtuigd dat deze ontwikkelingen alleen maar goed zijn voor Ootmarsum,” besluit een nog immer enthousiaste Hans Heupink.