Veel mensen in Ootmarsum hebben aangegeven toch wel benieuwd te zijn naar de werking van de twee Wijkcentrales, die Ootmarsum inmiddels heeft gekregen tijdens de aanleg van het Glasvezelnetwerk. Om daar gehoor aan te geven heeft Reggefiber een Open Dag georganiseerd en deze vindt plaats op zaterdag 21 september. Op de parkeerplaats van de Meijerij staat een dergelijke wijkcentrale en deze is te bezichtigen tussen 11.00 uur en 15.00 uur op deze zaterdag. De wijkcentrale staat achter Franciscus en dus moet men de parkeerplaats over om via de parallel met de rondweg naar het achterliggende terrein te komen. Een wijkcentrale voorziet 2500 woningen van een eigen glasvezelverbinding en is dus een prachtig voorbeeld van de huidige techniek. Tijdens de Open Dag kan men een kijkje nemen in deze wijkcentrale en wordt uitgelegd hoe glasvezel werkt. Belangstellenden zien hoe het lassen van glasvezel in zijn werk gaat. Mensen, die een laptop meenemen ervaren na aansluiting direct hoe de snelheid is van het hypermoderne netwerk. Ook serviceproviders zijn aanwezig en beantwoorden al uw vragen.
Intussen wordt er in Ootmarsum nog druk gegraven en is BAM Infra druk in de weer om het netwerk verder aan te leggen. Natuurlijk gaat er wel eens iets mis en wordt een kabel, die bij de aannemer niet altijd bekend is, doorgetrokken en dat leidt tot wat overlast, maar deze wordt tot een minimum beperkt. Op woensdagavond waren werknemers nog ver na werktijd bezig om een kabel in de Molenstraat op de goede plek te krijgen en na de nodige krachtisinspanningen lukte hen dat, waarna de kabelleggers in een spontaan gejuich uitbarstten. Het is misschien wel een tekenend voorbeeld in welke sfeer er in Ootmarsum wordt gewerkt.
Ook de Molenborgh, het medisch centrum, wordt voorzien van glasvezel al wordt hier in omgekeerde volgorde gewerkt en legt men het eerst binnen aan om vervolgens naar buiten te komen met de kabels.
Eind dit jaar hoopt Reggefiber het Glasvezelnetwerk Ootmarsum klaar te hebben en dan beschikt de Siepelstad ook over dit netwerk.
foto’s Annet Palthe