Leden van de Vogelwerkgroep Heemkunde Ootmarsum zijn al enige tijd in de weer om het zogeheten ‘nieuwe heideveld’ op het Springendal op te schonen. Grotere struiken worden verwijderd. De bedoeling hiervan is de heide meer kans te geven om zich te ontwikkelen.
“Enkele jaren geleden werd hier een deel van het aangrenzende bos verwijderd en tot een open doorgang gemaakt, voor alleen lage begroeiing. Dat had te maken met de vogeltrek,” vertelt Gerard Groener. Hij is één van de voortrekkers van het opschoningswerk. Een paar dagen is hij alleen bezig geweest, “maar dit is een karweitje dat je met meerderen moet doen. Het schiet sneller op, en het is een stuk gezelliger.”
Uit de leden van de Vogelwerkgroep vormde hij een groep helpers. “Ervaren opschoners om zo te zeggen, die ook op het grote heideveld, de Paardenslenkte, in het najaar hetzelfde werk al hebben verricht.”
Het zijn hoofdzakelijk jonge berken en braamstruiken die verwijderd worden. En dan liefst met wortel en al. Zijn manschappen hebben die instructies ook meegekregen en vorige week zaterdag meldden Ad Bergman (met 74 jaar de oudste), Harry Wolbers, Patrick Scholten (24 jaar de jongste), Hans Peters, Ben Heerink en Henk Frons zich op het Springendal. Op verzoek van Harry Wolbers blijven enkele grote braamstruiken staan. Hij heeft daar het geelsprietdikkopje, een zeldzame vlinder ontdekt.
Dat er een beetje haast wordt gemaakt achter deze klus heeft te maken met de datum 15 maart, officieel de opening van het broedseizoen. Dan kunnen er natuurlijk geen werkzaamheden meer verricht worden in dit gebied.