Dit jaar is Bram Bolscher de oudste Poaskearl. Samen met zijn maatje Ivo Rouwers nemen ze na Pasen afscheid van een hechte groep jonge Poaskearls. Op 18 april 2014 liep de toen 22-jarige Bram Bolscher als eerste het Kerkplein op om even later gevolgd te worden door Ivo Rouwers. “Het gaf mij een onbeschrijflijk gevoel,” weet Bram zich als de dag van gisteren nog te herinneren. “Ik kwam uit het huis van mijn oma aan de Westwal en liep door de Marktstraat naar het Kerkplein. Op de Markt lieten de vele aanwezigen me netjes door en dan hoor je al opmerkingen als ‘Die is van Bolscher’ en ’Da’s ’n beste kearl’. Op het Kerkplein klikken de vele camera’s en zie je de mensen, die me niet kenden, denken: ‘Wie is dat’.
Het was een heel bijzonder moment om daar samen met Ivo te staan en ineens ben je een Poaskearl, die mee mag doen aan deze prachtige traditie. Dat is niet voor iedereen weggelegd en ik ben best een beetje trots onderdeel te mogen zijn van die Poaskearls.”
De drie jaren zijn voorbijgevlogen voor Bram Bolscher. Het eerste jaar is het meest leerzame, omdat je helemaal ingewijd wordt in ‘het leven van een Poaskearl’. “Het was inderdaad bijzonder leerzaam, maar ik heb er ook echt van genoten. Je leert zoveel facetten kennen en daarnaast kom je in contact met een heel netwerk om die Poaskearls heen. Allemaal mensen met goede bedoelingen om deze traditie levend en in stand te houden. In het tweede jaar weet je wat er komt, maar nu in ons laatste jaar voel je toch meer verantwoordelijkheid om alles in goede banen te leiden. Als oudste Poaskearls regelen we nagenoeg alles en sturen we de anderen aan. Daarnaast weten we ons altijd gesteund door mensen er om heen, die ons echt nooit in de steek zullen laten. Dat is een hele prettige gewaarwording, want als het nodig is word je aan alle kanten geholpen,” vertelt Bram Bolscher.
De Poaskearls moeten in de weken voor Pasen veel regelen. Het begint al vrijdag na het carnaval en vanaf dat moment worden er allerlei afspraken gemaakt, contacten gelegd en activiteiten in gang gezet. “Dit jaar hebben we nog contact gehad met Roel Korbee en de nieuwe boswachter Jeroen Buunen. Het hout voor het paasvuur komt weer uit Ommen en dat moet allemaal logistiek geregeld worden. Er moeten stutten komen voor op de wagens en natuurlijk zijn er de afspraken met de vrachtboeren. Met horecaondernemers spreken we alles door en datzelfde geldt ook voor de eigenaren van gebouwen en huizen waar een stiepel staat en natuurlijk is er de vraag aan onze voorzanger Jan Veldboer of hij deze taak weer wil uitvoeren,” geeft Bram Bolscher een deel aan van de afspraken.
Vrachtboeren hebben al geoefend
De vrachtboeren laten trouwens niets aan het toeval over en dus zagen Ootmarsummers en toeristen hen de afgelopen weken al een aantal keren oefenen in de binnenstad. En dat heeft natuurlijk alles te maken met de veiligheid om de paarden vertrouwd te maken met de route.
Tweede Paasdag begint het vlöggelen ook om 17.00 uur
Het tijdstip op Tweede Paasdag is dit jaar vervroegd naar 17.00 uur. Normaal was het altijd 17.30 uur. “Het heeft te maken met de berichtgeving, want de verschillende aanvangstijdstippen zorgden voor twijfel. Dus hebben we gezegd dat op beide Paasdagen het vlöggelen om 17.00 uur begint en dat zorgt voor duidelijkheid naar ons idee,” geeft Bram Bolscher de reden aan van het veranderen van het tijdstip op Tweede Paasdag. De oudste Poaskearl kijkt met zijn maatje Ivo Rouwers echt uit naar het komend weekend. “Het is een hoogtepunt geweest in mijn nog jonge leven. Ik heb er heel veel plezier in gehad en zal na het Paasweekend best met wat heimwee terugkijken op deze periode. En volgend jaar zal ik die voorbereiding zeker missen. Aan de andere kant is het goed dat er weer een nieuw tweetal klaar staat, want op deze wijze zorg je steeds voor nieuw bloed binnen de Poaskearls en dat houdt de traditie levend,” aldus Bram Bolscher, die met vertrouwen uitkijkt naar de Paastradities in Ootmarsum. “Het is geweldig om dit van binnenuit mee te mogen maken, maar het is ook fantastisch om te ervaren hoeveel mensen meegenieten van deze aloude tradities en dus kijk ik echt uit naar Pasen”