Na afloop van de gezinsviering in de RK kerk ontvingen Frans Swennenhuis en Jan Luttikhuis de Pauselijke onderscheiding Pro Ecclesia et Pontifice. Pastoor Munsterhuis reikte de versierselen uit, terwijl Henk Eertman als locatievoorzitter en Jan Westrik van het Parochiebestuur woorden van dank en waardering uitspraken.
Frans Swennenhuis is al vanaf het begin van de jaren zeventig als vrijwilliger actief binnen de parochie waar hij meerdere functies heeft bekleed. In de voordracht wordt hij als een ‘Franciscus’ getypeerd: iemand die veel geeft en zelden of nooit iets neemt. Swennenhuis was onder meer de eerste gekozen voorzitter van het toenmalige parochiebestuur. Tevens heeft hij zijn sporen verdiend in verschillende werkgroepen, waaronder de Avondwake en de Kerkbalans. Toen op enig moment het aantal pastores terugliep nam Frans samen met Marian Oude Elberink het initiatief tot oprichting van de zogeheten lekenviering. Dit bleek een gouden greep. Meerdere parochianen volgden daarvoor een opleiding en tot op de dag van vandaag kent Ootmarsum het fenomeen lekenvoorgangers, tegenwoordig parochiële voorgangers genoemd. Deze mensen zijn met het oog op het verder afnemend aantal priesters van onschatbare waarde. Tevens vervulde Frans Swennenhuis een zeer actieve rol bij bijvoorbeeld restauraties en jubilea.
Jan Luttikhuis is onlosmakelijk verbonden met het Preaksteulke. In 1969 verscheen het eerste Parochieblad, dat na een uitgeschreven wedstrijd een naam kreeg, die door Bernard Kottink is bedacht; Het Preaksteulke. In die beginjaren gebeurde het allemaal nog heel primitief en werkte Jan met een type – en stencilmachine. De oplage lag aanvankelijk op ongeveer 1.500 exemplaren maar inmiddels is dit uitgegroeid naar 2.500. Elk gezin in deze geloofsgemeenschap ontvangt elke 3 weken een parochieblad. Jan Luttikhuis heeft in al die jaren minimaal 3 miljard parochiebladen geproduceerd en waarschijnlijk zijn het er nog veel meer. Om deze bladen te kunnen maken heb je tijd nodig. Allereerst moet je een blad samenstellen om het vervolgens te vermenigvuldigen en te verspreiden. Gedacht moet worden aan zo’n 10 tot 15 uur per keer. Jaarlijks ben je dan ongeveer 400 á 500 uur kwijt en dat naast een normale baan. Uitdrukkelijk moet gezegd worden dat Jan in al die jaren ook de nodige ondersteuning van zijn vrouw Willy heeft gehad. Ook haar komt de nodige lof toe. Ter gelegenheid van deze prachtige onderscheiding is er voor Jan een speciale editie van ’t Preaksteulke gemaakt, waarin te lezen valt wat hij allemaal gedaan heeft voor het parochieblad en in het maatschappelijk leven.
Na afloop van de viering maakten velen gebruik om Frans Swennenhuis en Jan Luttikhuis de hand te drukken.
Foto’s zijn van Caspar Kouijzer
