Na Jezus’ hemelvaart breekt het Pinksteren aan en de twaalf apostelen zijn bijeen en bespreken op welke manier zij het grote werk kunnen beginnen. Plots klinkt er een geluid als van een geweldige stormvlaag dat het hele huis vult. Een helder vuur verlicht het vertrek; dat vuur verdeelt zich in vlammen en daalt op hen neer. Dit is het moment waarop de Vader zijn belofte vervult en de Heilige Geest tot hen stuurt! Hun gehele microkosmos en hun gehele wezen wordt met zijn genezende kracht vervuld!
Het woord ‘heiligen’ betekent ‘heel maken’ of ‘genezen’. In deze mannen ruimde die kracht alle belemmerende eigenschappen op. De kleine kring van hun bewustzijn werd doorbroken en zo kwamen alle gaven die zij voor hun werk nodig hadden in hen vrij. Hun nieuwe ziel ontving hiermee haar gouden lichtgewaad, haar feestkleed, haar gouden bruiloftskleed, waarin zij de bruiloft met de Geest zouden mogen vieren.
Zo herkenden zij hun aandeel in het machtige werk. Ieder van deze twaalf ontving de kennis en de wijsheid die hij nodig had om te kunnen helpen. Zij spraken plotseling in andere talen en daarmee wordt bedoeld dat zij van binnenuit wisten hoe en met welke woorden zij de verschillende mensen moesten vertellen over het koninkrijk van God en de weg daarheen. Veel mensen in Jeruzalem ontdekten dat zij konden begrijpen en verstaan waarover de discipelen spraken.
‘Want eenieder hoorde hen in hun eigen taal spreken!’ Zij verbaasden en verwonderden zich want ze wisten dat die twaalf mannen eenvoudige lieden waren. Hoe kwamen ze aan die kennis en wijsheid? De twaalf zelf waren misschien nog wel het meest verbaasd. Maar ook verheugd en dankbaar! Want de Vader had zijn belofte vervuld: Jezus Christus had hen aan zijn Vader voorgesteld als dragers van zijn liefdeleer. Door het ontvangen van de Heilige Geest wisten zij dat de Vader hen had aanvaard! Hun harten vloeiden over van liefde voor al die mensenkinderen om hen heen.
Petrus sprak: ‘God heeft zijn belofte vervuld! Lang geleden spraken de profeten al van de komst en het verlossingswerk van de Christus in deze wereld. Ge hebt al zijn tekenen en wonderen gezien en gehoord; ge weet van het heil dat hij onder de mensen verrichtte. En toch hebt ge niet verhinderd dat hij vervolgd en gekruisigd werd! Maar God onze Vader heeft hem van de dood verlost en Hem opgewekt voor het eeuwige leven, zodat niemand Hem nog enig leed kan aandoen! Hoort allen! Hij was de zoon van God, die reeds leefde en zijn verlossingswerk voorbereidde toen koning David nog op deze wereld was. Zelfs David wist dat Jezus op aarde zou komen en wist van zijn werk, zijn opstanding, zijn plaats in het al gebeuren, als zoon van God.
Velen waren door deze woorden diep in hun hart getroffen, tot in dat kostbare oer-atoom, de goddelijke vonk. Ze vroegen aan Petrus en de apostelen: ‘Wat moeten wij doen?’ Petrus antwoordde: ‘Keert u om op uw wegen, laat u dopen in de naam van Jezus Christus. Dan zal eerst uw hart en daarna uw gehele microkosmos worden gereinigd. Daarop zult ge de Heilige Geest ontvangen die u volkomen zal genezen van uw belemmeringen. Alle oorspronkelijke goddelijke gaven zullen dan in u ontwaken! Deze belofte is gegeven voor u allen, voor uw kinderen en voor nog velen die nog verre zijn, maar zeker zullen komen! Ja, voor allen, die de stem van God in het hart zullen verstaan!’ Veel mensen lieten zich dopen. Op die Pinksterfeestdag werden ongeveer drieduizend zielen toegevoegd in de rijen van hen die Huiswaarts keerden!
Verhaal over Pinksteren en de Heilige Geest uit de jeugdbijbel van Nita Abbestee
Frederick