De Stichting Passieconcerten Ootmarsum SPCO kijkt met grote voldoening terug op het Passieconcert van palmzondag in de Simon en Judaskerk in Ootmarsum. Ruim 300 bezoekers waren onder de indruk van Die sieben letzten Worte unseres Erlösers am Kreuze van Joseph Haydn.
Het werk werd uitgevoerd door het Twents Kamerkoor Mardi le Vingt, dat daarbij werd begeleid door 5 strijkers van het Nederlands Begeleidingsorkest. Bijzonder aspect is dat de solisten Astrid Koopman, sopraan, Kristin Nijhuis, alt, Jef Horsthuis, tenor, en Dirk Slot, bas, uit eigen geledingen komen. Het geheel stond onder de bezielende leiding van Herman Koops.
De prachtige ambiance en akoestiek van de voor dit soort werken erg geschikte Simon en Judaskerk vormde een extra dimensie. Die sieben letzten Worte is oorspronkelijk een orkestwerk dat bestaat uit een inleiding, 7 langzame sonata’s en een afsluitend presto en is gebaseerd op Jezus’ zeven laatste woorden aan het kruis. De mooie vertolking van dit werk, dat uitstekend past in de aanloop naar Pasen, ontlokte menige bezoeker na afloop bijna emotionele loftuitingen.
De grote belangstelling en de bereidheid van sponsors om een bijdrage te leveren maken dat de uitvoering financieel haalbaar is.
Het feit dat ’s avonds de Mattheus Passion zou worden uitgevoerd in de Plechelmus basiliek, deerde bezoekers kennelijk niet. Sterker nog, er waren aanwezigen die na deze uitvoering doorreden naar Oldenzaal voor de Mattheus. Niet voor iedereen zal de toch lange zit tijdens de uitvoering van de Mattheus Passion gecombineerd kunnen worden met het, een uur durende, Passieconcert. Een betere afstemming tussen beide uitvoeringen verdient volgens SPCO de voorkeur.
De Stichting Passieconcerten organiseert iedere twee jaar een passieconcert. In 2010 begon de recente reeks van uitvoeringen met de Johannes Passion van J.S. Bach, in 2012 volgde het Requiem van G. Fauré en in 2014 werd de Mis van Gounod en het Stabat Mater van Pergolesi ten gehore gebracht.
Welke werken in 2018 op het programma staan is nog niet bekend.
Foto’s Henry Meijer