Op zaterdag 19 november is de première van een unieke documentaire, waarin de in Ootmarsum en Oldenzaal opgegroeide Dennis Alink het bijzondere levensverhaal van Herman Brood laat zien. De film neemt de kijker aan de hand door het bijzondere leven en einde van rock ’n roll-icoon Herman Brood. Unieke opnames van Herman zelf en de mensen, die hem het meest nabij stonden, laten zien hoe de echte Herman was en waarom hij het leven op zijn manier leefde. Als talentvolle regisseur heeft Dennis Alink deze uitdaging aangenomen en deze documentaire/fictie-film is een prachtig eindproduct geworden van een bijzondere zoektocht door het leven van Herman Brood.
Een interview met Twentenaar Dennis Alink, de regisseur van ‘Unknown Brood’
Wat heeft je er toe aangezet een film te maken over Herman Brood?
Het begon allemaal met Broods oud-manager Koos van Dijk die mij privé-tapes van Herman Brood overhandigde. In een stoffige doos hadden deze bandjes meer dan vijftien jaar onaangeraakt gelegen en hij had ze zelf nooit bekeken. De bandjes waren zo goed bewaard dat zelfs zijn familie niet van het bestaan wist. Ik was altijd al gefascineerd door Herman Brood en toen ik door zijn eigen opnames aan het spitten was zag ik de mogelijkheid om eindelijk Hermans verhaal te vertellen.
Wat is je fascinatie voor Herman Brood?
Ik vond Herman Brood altijd al een interessante verschijning. Het eerste nummer wat ik van hem hoorde en wat me aansprak was zijn versie van ‘De Fles’ wat hij samen zong met Andre Hazes. Er sprak enigszins zelfdestructie uit, maar ook een liefde voor de acceptatie van volledig beschonken door het leven gaan. Later begon de rest van zijn muziek mij ook aan te spreken. Hij heeft een aantal albums gemaakt, waarop hij zeldzaam geloofwaardig is. Als je naar ‘Street’, ‘Sphritsz’ en ‘Cha Cha’ luistert ben je de gehele luisterduur te gast in de wereld van Herman Brood. Hij klonk rauw, vuig en vlot. Eén van mijn favoriete opnames van Herman is een live show uit 1977 opgenomen in de Oosterpoort, voor het nummer ‘Skid Row’ zegt hij: “Dit is een liedje dat gaat over hoe lekker het is om in de goot te liggen”. Volgens mij zit daarin de essentie van Hermans vroege teksten. Wanneer je zelf net uit huis bent en met een fles whisky en een joint tussen je lippen van feestje naar feestje zeult, worden die teksten plotseling een stuk levendiger. Er zat in zijn muziek altijd een frictie tussen het nihilisme en hedonisme wat voor een groot deel mijn eigen levensstijl goed praatte. Bovendien was er altijd dat verhaal van zijn zelfmoord. Vooral toen ik er achter kwam dat hij in zijn hoogtijdagen al over zelfmoord sprak, nota bene de zelfmoord exact, zoals hij hem vijfentwintig jaar later pleegde. Op een gegeven ogenblik wil je daar toch meer van weten.
Wat dacht je over hem voor dat je begon aan het maken van de film?
Ik was een Herman Brood-fan. Ik vond dat zijn balans tussen leven voor kunst en schijt aan al het andere hebben fantastisch was. Ik meende dat hij precies wist hoe je het leven moest aanpakken en dat vrije seks, drank en drugs voor een te gek bestaan zorgden. Overdag dingen maken en ’s nachts wanneer je merkte dat de drank je begon te nekken jezelf extra tijd gunnen door een stevige snuif van het één of het ander te nemen. Vervolgens had je ook weer ruimte in je hoofd voor een stevige fles wodka. Die heeft het helemaal begrepen, dacht ik…
Is je beeld van hem gekanteld en zo ja op welke manier is je beeld gekanteld?
Godverdomme wel ja. Dat begon al met de eerste interviews. Ik was zwaar aangeslagen door zijn drummer Kees Meerman, die we filmden in een bungalowpark in Drenthe. Hij strompelde, had zijn arm in een mitella en gelijk nadat hij om 12 uur wakker was kwam de eerste emmer met tripel-biertjes op tafel. Hij had net longkanker achter de rug en gebruikte het gat wat hij nu in zijn keel had om zo sneller wiet binnen te krijgen. Hij was echter verre van asociaal, een schat van een man waar ik nog veel contact mee heb gehad. Hij was alleen erg eenzaam en zijn lichaam was helemaal op na de jaren rock ‘n’ roll. Twee jaar geleden overleed hij en dat heeft me behoorlijk geraakt. Door Kees maar ook door andere bandleden ga je plotseling anders denken over dat heerlijke hedonisme. Langzaam maar zeker kom je dichter bij de kern van Herman Brood en wanneer je de mensen ontmoet die echt dichtbij stonden kom je er achter hoeveel moeite het hem kostte om te zijn wie hij was of wilde zijn. Ik kwam er achter dat er een enorme worsteling schuil ging achter dat hedonistische bestaan en dat er veel meer bedacht en gepland was dan wij wisten.
Wat heeft je het meest verrast tijdens het maken van deze film?
Het gehele proces was een grote verassing. Zowel als kennismaking met de hardheid van de wereld waar Herman Brood in leefde als qua lessen op de lange termijn. Gedurende deze film heb ik mijn eerste melding moeten doen bij de politie van bedreiging (er stonden wat zware jongens voor de deur, die mijn materiaal wilden), heb ik me door mijn eerste rechtszaak geworsteld, ben ik in elkaar geslagen door een ploeg hoeren en pooiers in Berlijn en ben ik met de meest idiote figuren in aanraking gekomen. Ook door het contact met de mensen in de film ga je anders naar dingen kijken. Met Willem Venema (die Hermans tourmanager was in de jaren ’70) heb ik een nacht in zijn archief doorgebracht en Hermans geschiedenis doorgespit. Dat is een man, die de afgelopen dertig jaar met de allergrootste muzikanten op aarde gewerkt heeft, met die nuchterheid gaat de glamour er wel van af en krijg je inzicht in een wereld die beduidend minder mooi is. Ook Henny Vrienten en Anton Corbijn hebben mij de keerzijde van het “sterren-bestaan” duidelijk gemaakt. We hebben gefilmd met Black Francis, zanger van de Pixies, die vlak voor een interview zijn hartslag aan het controleren was omdat hij nerveus was. Hij! De man die eind jaren ’80 een revolutie in de muziek teweegbracht met albums als ‘Doolittle’ en ‘Surfer Rosa’ en daarmee artiesten van David Bowie tot Nirvana inspireerde. Dat die man gespannen was voor een interview met mij is natuurlijk totale waanzin. Toen moest ik denken aan een tekst van de Dresden Dolls; “Succes is in the eye of the beholder”. Voornamelijk die les veranderde het perspectief op Herman volledig. Wij kunnen een ster, een beroemdheid en succes zien; maar die is er natuurlijk helemaal niet. Dat is een leugen voor volwassenen zoals we voor kinderen de leugen van Sinterklaas hebben. Als je vervolgens zelf in die leugen gaat geloven is het einde ver te zoeken.
Hoe voelde het om door al het privé-videomateriaal van Herman Brood heen te gaan?
Daarin zag ik heel duidelijk die keerzijde van Herman. Wat de gevolgen zijn van het ‘Herman Brood’ zijn. Het heeft bovendien iets geks; hij neemt je het ene moment mee een restaurant in, terwijl hij zijn zelfmoord aan het overwegen is en het andere moment ben je met hem en zijn dochtertje Holly op pad. Hij maakte mij deelgenoot van een intimiteit, die ik zelfs bij veel van mijn eigen familie en vrienden niet heb gezien. Dat is een heel opmerkelijke ervaring. Aan de andere kant merk je aan alles dat hij dit filmde, omdat hij graag een documentaire als deze mogelijk wilde maken. Wij moeten met z’n allen zijn intiemste momenten meemaken. Waarom zou een mens dat in godsnaam willen? Je zou al heel makkelijk aan narcisme kunnen denken maar dat is mij te makkelijk. Een maand geleden zat ik in Amsterdam Noord bij een theaterstuk waarin iemand het volgende zei; “Men dacht dat Narcissus verliefd was op zijn eigen spiegelbeeld maar wat nou als hij eigenlijk in de spiegel aan het kijken was om überhaupt te kunnen zien dat hij bestond?” Ik moest toen direct aan Herman denken.
De documentaire voelt qua tempo en plaatjes aan als een fictie-film, hoe komt dat?
Ik hoorde zelfs iemand zeggen: “Het is eigenlijk geen documentaire maar een film met Herman in de hoofdrol”. Dat komt doordat ik samen met de cameraman Thomas van der Gronde er alles aan gedaan heb om de film voor te bereiden als ware het een fictie-film was. We hebben een script gemaakt van 50 pagina’s en Hermans verhaal uitgeschreven volgens de wetten van fictie-films. Omdat er heel veel controle is op het archief en we geholpen werden door de mensen die hem het dichtst bij stonden hadden we heel veel vrijheid om de belangrijke momenten voor Herman aan de kijker over te brengen. Vervolgens wilden we dat alles wat we aan gesprekken moesten filmen zo veel mogelijk zou aanvoelen alsof je er destijds bij was. Een voorbeeld: In plaats van een talking head, die zegt dat “Herman onhandelbaar was en dat daarom een relatie uitging”, zitten we in de keuken van het huis waar de relatie beëindigd is. Die situatie is volledig uitgelicht alsof het een fictie-film is maar het licht moet onzichtbaar zijn voor degene die in beeld is zodat het als een normale situatie aanvoelt. Vervolgens ga je in gesprek op zoek naar exacte het moment waar het mis ging en probeer je dat met zo veel mogelijk emotie te herbeleven. Het licht en de setting van de gesprekken is in alle situaties aangepast op de toon van het verhaal, we weten immers precies wat we willen vragen. Een ander voorbeeld is een situatie met zijn gitarist Dany Lademacher. We wisten dat hij vermoeid na het Amerika-avontuur de band verliet toen Herman met heroïne begon. We wilden dat gevoel in die scène hebben. Dus toen tijdens de opnames Dany na een optreden in Hamburg vermoeid uit de tourbus stapte, vroeg ik hem of hij wilde vertellen waarom hij bij Herman weg ging. Dan krijg je een herleving van het verleden die qua sfeer, gevoel en sturing van het verhaal net zo nauw komt al bij een fictie film. Echter is er niets in scène gezet en alles volledig documentair gedraaid, het verschil zit hem volledig in de voorbereiding en weten wat je wil hebben.
Wat is het belangrijkste wat je wil vertellen met de film?
Ik denk dat ik als maker voornamelijk mijn best moet doen om de beleving van de hoofdpersoon zo dicht mogelijk invoelbaar te maken voor de kijker. Beleef Hermans leven, maar eens door zijn ogen, ga maar eens begrijpen waarom hij zijn keuzes maakte. Met film heb je het voordeel dat je daarbij ook een stukje van het gevoelsleven kunt overdragen. Ik ben huiverig voor makers, die kijkers met een bepaalde moraal willen opzadelen, de mens is vrij en de beste les leer je niet doordat anderen je voorkauwen wat goed en wat slecht is. Die leer je door inzicht te vergaren, vervolgens kun je zelf stellen wat je daar van vindt. Ik heb redelijk wat mensen gesproken, die beginnen over de ellende die drugs met zich meebrengen, over dat Herman een egoïst zou zijn, mensen die het onmenselijk vinden wanneer een vader zelfmoord pleegt en kinderen achter laat… Daar moet eenieder zelf maar een mening over vormen, ik denk alleen wel dat je beter in staat bent om die mening te vormen wanneer je meer weet en meer hebt kunnen ervaren van het onderwerp, waarover je een mening wil vormen. Los van een eventuele moraal over Hermans levensstijl denk ik dat er ook een interessante beschouwing zit in zijn wereld van zelfpromotie en jezelf zichtbaar maken. Ik heb aan Freek de Jonge stukjes van Hermans materiaal zien, hij merkte gelijk op dat Herman de allereerste vlogger was. Volgens mij klopt dat, in de film zoeken we ook naar Hermans motivatie om zichzelf zo in de kijker te spelen, wat zegt dat allemaal niet alleen over Herman maar ook over vloggers en deze facebooktijd van zelfpromotie in het algemeen?
Biografie regisseur Dennis Alink
Dennis studeerde aan de filmacademie in Amsterdam. Tijdens zijn studie begon hij buiten school met een webserie over film genaamd ‘Midnight Movie Review’ waarvoor hij recensies en interviews deed. Hieruit voort kwamen ook diverse filmclubs in bioscopen in Amsterdam waar hij cultfilms programmeerde. Vanaf 2013 t/m 2015 was hij dagelijks ‘s
avonds te zien in het filmprogramma van UPC (later Ziggo) waar hij films besprak. In 2012 begon hij te werken aan zijn eerste lange documentaire, de film ‘Sluizer Speaks’ waarin het verhaal van de regisseur George Sluizer wordt verteld. Een week nadat de montage op slot ging overleed Sluizer en de film ging later in première op het IDFA in 2014. De film is daarna nog op festivals en in een aantal bioscopen te zien geweest.
Filmografie Dennis Alink
– Sluizer Speaks (2014)
– Unknown Brood (2016)
Unknown Brood is vanaf 1 december 2016 te zien in de bioscoop.
BIOSCOOPRELEASE
1 december 2016
Vertoningen:
Almere, Het nieuwe filmhuis / de nieuwe bibliotheek, 10 december
Amersfoort, De Lieve Vrouw, 3, 5, 10, 12, 17 & 19 december
Apeldoorn, Filmtheater Gigant, 9 december
Amsterdam, LAB111, 6 december
Breda, Chassé Cinema, vanaf 1 december
Den Haag, Filmhuis Den Haag, vanaf 1 december
Hengelo, Poppodium Metropool, 22 december, i.h.k.v. Music&Movies
Middelburg, Cinema Middelburg, 6 & 9 januari
Nijmegen, LUX, vanaf 1 december
Oldenzaal, Filmhuis Oldenzaal, 12 maart, nagesprek met regisseur Dennis Alink
Rotterdam, KINO, vanaf 1 december
Utrecht, Filmtheater ’t Hoogt, vanaf 1 december
Zwolle, Filmtheater Fraterhuis, vanaf 1 december
IDFA
UNKNOWN BROOD is geselecteerd voor IDFA Competition for Dutch
Documentary en IDFA Music Documentary section.
Wereldpremière, Carré, 19 november, Unknown Brood + Live: Dany Lademacher’s Wild Romance
Muziekprogramma, Melkweg, Rabozaal, 20 november, Unknown Brood + Live:
Breaking Levees + David Hollestelle,
Overige IDFA vertoningen:
Het Ketelhuis, 21 november
Brakke Grond, Expozaal, 22 november
IDFA in Groningen, Groninger Forum, 26 november
IDFA in Nijmegen, LUX, 27 november
KPN PRESENTEERT
UNKOWN BROOD wordt op 19 november om 21:00 uur uitgezonden bij KPN Presenteert op kanaal 18. De film is die nacht voor 48 uur beschikbaar on demand. Onder de vlag KPN Presenteert brengt KPN gratis nieuwe Nederlandse kwaliteitsseries en programma’s van eigen bodem rondom muziek en sport. De programma’s zijn door alle klanten te bekijken waar en wanneer ze maar willen. Ook voor klanten met alleen mobiel of breedband. Op kanaal 18 en on demand via Interactieve TV en op mobiel, tablet of laptop via www.itvonline.nl, de iTV Online app en de app Play van KPN.
In maart 2017 is de documentaire officieel beschikbaar bij KPN Presenteert.
Meer informatie: kpn.com/presenteert