Prins Hans van de Othmarridders nu ook baron

Het is een absoluut unicum in de carnavalswereld: een prins en een baron verenigd in één persoon. Sinds dit weekeinde is hiervan sprake. Want Hans Snoeijink uit Oud-Ootmarsum was al stadsprins van de Othmarridders maar sinds zaterdagmiddag is hij ook de nieuwe hoogheid van Nutter. Als baron Hans zwaait hij de scepter in het land van de Steenbikkers. Want dat is de benaming voor deze buurtschap. Voor wie dat nog niet wist, werd dat zaterdagmiddag wel duidelijk op de feestelijke bijeenkomst die de stadsprins van Ootmarsum samen met zijn adjudanten Emiel en Marco op touw hadden gezet voor de lopers van de OLC. Daarmee werd een proclamatiepunt uitgevoerd.
Mede namens de Ootmarsumse Lopers Club was het Alphons Weierink, die de benoeming van Hans tot baron van de Steenbikkers ensceneerde. “Maar,,” zo zei Weierink, “Ik ben er vooral als officiële gevolmachtigde van de Steenbikkers.” En daarmee doelde hij op de carnavalsvereniging onder deze naam die van 1981 tot 1991 actief was in Nutter met als uitvalsbasis het campingcafé van De Bronnen. Toen deze vereniging werd opgeheven, kwam Nutter in een machtsvacuüm terecht. Dat duurde tot zaterdag. Toen Hans – woonachtig in Oud-Ootmarsum tegen de grens van Nutter aan – eerder deze maand prins werd, diende zich een buitenkans aan. “Want, “zo werd geredeneerd, “Als iemand uit Oud-Ootmarsum prins kan zijn van de Othmarridders in Ootmarsum dan kan hij ook wel de heerschappij over de Steenbikkers er bij nemen.” En dus werd Hans Snoeijink voor het leven benoemd tot baron van de Steenbikkers; de eerste en laatste baron dus.
Tot grote verrassing van stadsprins Hans en zijn adjudanten Emiel en Marco en ook de meeste lopers maakte Alphons Weierink dat in een ludieke redevoering duidelijk. Hans was niet alleen aangenaam verrast met zijn benoeming tot baron van de Steenbikkers, maar hij was zichtbaar ook trots. Dat liet hij in woord en daad blijken, nadat hem een unieke onderscheiding en ereteken was omgehangen: de laatste onderscheiding van de prins van de Steenbikkers op een messing schild met daarop een in Nutter gevonden steen.

De oproep om de onderscheiding als baron bij officiële gelegenheden te dragen was overbodig; Hans maakte meteen duidelijk dat hij dat met veel plezier zal doen. De nieuwbakken baron kreeg ook een lijfspreuk: “ Leu, leu, hoal op met dat gesputter, ik bin de nieuwe hoogheid van Nutter.”