Een aantal jaren geleden, in november 2018, klonken de eerste geluiden in de Protestantse kerk in Ootmarsum over een eventuele restauratie van het monumentale Berner orgel.
In Europa zijn er twee van deze Berner orgels bewaard gebleven en die zijn te vinden in Osnabrück en in Ootmarsum. Dat maakt het ook allemaal heel uniek en juist voor de orgelbouwers zorgt dat voor een extra dimensie, want hoe mooi is het dat er een informatiespiegeling is ontstaan tussen deze beide plaatsen en vooral tussen deze beide monumentale orgels. Beide kerkorgels zijn van dezelfde orgelbouwer Eberhard Berner. In Ootmarsum is het orgel nagenoeg authentiek gebleven, terwijl het orgel in Osnabrück door de eeuwen sterk is ‘gemoderniseerd’. “In Osnabrück is momenteel een reconstructie van het Berner-orgel in uitvoering, dat eveneens wordt uitgevoerd door Flentrop Orgelbouw. Doel is het orgel zoveel mogelijk terug te brengen in haar authentieke staat, zoals Eberhard Berber het in 1787 in Osnabrück heeft opgeleverd. Voor de technische opbouw en aanpak in Osnabrück dient het Berner-orgel in Ootmarsum als voorbeeld. Op deze wijze ontstaat er een waardevolle informatiespiegeling voor de restauratieprojecten in Osnabrück en Ootmarsum. Dat geldt zowel voor de opbouw van het pijpwerk als voor de windladen, de balgen en de kast waarin alle historisch technische onderdelen een plekje hebben gekregen”, laat orgeladviseur Aart van Beek weten. Aart is een goeroe onder de orgelkenners in Nederland en ver daarbuiten en heeft alles, maar dan ook werkelijk alles tot in de kleinste details met historische foto ‘s, geschriften en facturen gedocumenteerd. Aart heeft een speciale band met het Berner orgel in Ootmarsum en was ook betrokken bij de laatste grote en degelijke restauratie in 1971, eveneens uitgevoerd door Flentrop Orgelbouw.
Contracten getekend
Het is een groot goed dat dergelijke orgels regelmatig gestemd en nagekeken worden op eventuele gebreken. Tijdens één van deze controles kwamen er tekortkomingen aan het licht. Deze leken in Ootmarsum in eerste instantie niet van heel ernstige aard en dus was er op dat moment nog sprake van een gedeeltelijke restauratie. Drie Nederlandse ‘kerkorgelkopstukken’ onderwierpen het orgel aan een nader onderzoek. Minutieus werd het instrument, zowel aan de binnen – als buitenkant, bekeken door Aart van Beek, algemeen directeur van Flentrop Erik Winkel en na intensief overleg met Gerben Pol, adviseur in cultuur en erfgoed werd er een restauratieplan opgesteld. Ook de plaatselijke vertegenwoordigers van de Ootmarsumse kerkenraad, Erik ten Hoff en Wim Wassink, werden volledig op de hoogte gehouden en hadden hun inbreng in dit proces om een gedegen restauratieplan op te stellen.
Afgelopen week werd het contract getekend tussen de Protestantse Kerk Ootmarsum en Flentrop orgelbouw. Op 23 februari zijn de werkzaamheden opgestart en worden de ingezakte bazuin 16”, een loden pijp van bijna 5 meter hoog en het Cornetregister met 26 pijpen uitgebouwd en meegenomen naar de werkplaats van Flentrop in Zaandam. De restauratiewerkzaamheden lopen tot en met eind 2025. Uiteindelijk wordt het hele orgel, met de ongeveer 1.400 pijpen ontmanteld en overgebracht naar Zaandam.
Eén van de aanwezigen tijdens het ondertekenen van de contracten was Kirchenmusikdirector Christian Joppich, die in de Sankt Johan Kirche in Osnabrück ook een Berner orgel bespeelt. In 2019 ontstond door de inbreng van orgeladviseur Aart van Beek een zeer vruchtbaar contact met Osnabrück tot stand.
Trompetpedaal
Met de formele ondertekening van het restauratiecontract in de Protestantse kerk op 10 februari werd ook opdracht gegeven voor het inbouwen van het ‘trompetpedaal’, de lang gekoesterde wens van de vaste organist Herman Koops, dat nu in vervulling gaat. Door het plaatsen van het trompetpedaal krijgt het orgel meer muzikale mogelijkheden en gaat het nog mooier en voller klinken.
‘Oecumenisch’ orgel
In het begin van de zestiende eeuw is al een aantekening te vinden met vermelding van de aanwezigheid van een orgel in de middeleeuwse kerk, de huidige Simon en Judaskerk. In 1569 zijn er omvangrijke werkzaamheden verricht door de familie Slegel uit Zwolle, die in dezelfde periode een orgel in Oldenzaal bouwden. In 1626 besliste Maurits dat de grote kerk op het Kerkplein in handen kwam van de gereformeerden. Een tot op de dag van vandaag bizarre situatie, waardoor de katholieken hun kerkgebouw bijna 180 jaren misten. In 1781 kreeg Berner de opdracht om een nieuw orgel in deze kerk te bouwen met gebruik van het nodige bestaand materiaal, waaronder zeer oud pijpwerk. “Het is duidelijk dat er ‘zwerfpijpwerk’ is gebruikt dat ouder is dan de zestiende eeuw. Orgelbouwers waren globetrotters en dus hebben ze in vele kerken orgels gerealiseerd. Arbeid was destijds goedkoop, maar materiaal duur en dus werden overgebleven pijpen gebruikt om orgels elders te complementeren. In 1811, nadat Lodewijk Napoleon de ‘gevestigde orde’ weer herstelde en de grote kerk teruggaf aan de katholieken, kreeg het Berner orgel een permanente plek in de Hervormde kerk. Om het muziekinstrument te kunnen plaatsen werd het kerkgebouw, waarmee in 1810 werd begonnen, hoger en breder dan oorspronkelijk de bedoeling was. Het orgel verhuisde dus naar de Ganzenmarkt, maar mag vanaf dat moment wel als een ‘oecumenisch orgel’ worden bestempeld. Het heeft in beide kerkgebouwen zijn dienst bewezen,” is de conclusie van Aart van Beek.
Spraakmakend project
In 1971 werd het Berner orgel in de Protestantse kerk grondig en vooral spraakmakend gerestaureerd. “In die tijd was al wel duidelijk dat dit orgel een klinkend geschiedenisboek is. De intentie van die restauratie was dan ook om de bestaande toestand heel goed te conserveren. Dat is zeker gelukt, want door deze grondige renovatie hoeven we ‘pas’ ruim vijftig jaar later opnieuw in te grijpen om dit monumentale kerkinstrument in volle glorie te laten herstellen.
De kosten van de restauratie zullen circa € 450.000,- bedragen. De provincie Overijssel en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed hebben samen een prachtige bijdrage van ca. 346.000 euro toegezegd. Dat betekent dat er door de gemeente nog een bedrag van ruim 100.000 ton ingebracht moet worden. Onze gemeente staat voor een taakstellende uitdaging. Met pakkende acties en fondsenwerving bij vermogensfondsen vertrouwen we erop dit bedrag bij elkaar te brengen. Tijdens meerdere gemeenteberaden is duidelijk geworden dat de actiebereidheid onder de leden zoals altijd groot is. Ook de kleinschalige initiatieven van individuele leden worden zeer gewaardeerd, zoals de huidige verkoop van overheerlijke potjes huisgemaakte jam in Ons Gebouw. En dat is nog maar het begin,” vertelt een enthousiaste Erik ten Hoff, voorzitter van de Kerkenraad van de Protestantse kerk in Ootmarsum. “Naast de technisch georiënteerde ‘Berner projectgroep’, die de restauratie begeleidt, gaan we voor een ‘Berner-werkgroep’, die zich bezig gaat houden met het organiseren van culturele en muzikale evenementen en het werven van fondsen voor de financiering van de restauratie van het prachtige monumentale Berner-orgel. We staan aan het begin van een ingrijpende renovatie en dat stelt ons voor de nodige uitdagingen, maar die gaan we zeker niet uit de weg. Deze kerk verdient dit Berner orgel en met dat gegeven knokken we voor het bestaansrecht van een monumentaal kerkinstrument,” besluit Erik ten Hoff.