Voor Henriet Offrein is de schermbloemenfamilie één van haar (vele) favoriete bloemensoorten. In haar fotoreportage laat ze ook zien dat deze planten zeer zeker de moeite waard zijn om te bekijken.
Fijne kantachtige schermbloemen zoals kervel, venkel, engelwortel enzovoorts enzovoorts… zijn een natuurlijke beplanting. Je komt ze vooral tegen langs de randen van sloten en akkers.
Wie kent ze niet: Het fluitenkruid dat heel enthousiast het voorjaar aankondigt in de bermen. Van hun holle stengel kun je makkelijk een fluitje snijden, herkenbaar…..?
Wereldwijd komen wel er 3500 schermbloemen voor, meestal aromatisch met een holle stengel. De meeste schermbloemen zijn tweejarig en zaaien zichzelf uit.
“De wilde peen, die in mijn tuin veel voorkomt wordt ook wel vogelnestje genoemd. De bloem verandert namelijk in een kluwen zaden, die de vorm hebben van een nestje. ’s Avonds sluit de bloem zich als een bolvorm om zich ‘s morgens weer te openen. Vaak tref ik in die gesloten bolvorm de Pyama Schildwants. Persoonlijk laat ik de schermbloemen in de winter staan. Ze zijn namelijk prachtig met een dun laagje sneeuw of als de dauw in het eerste ochtendlicht zo mooi te zien is op deze schermbloemen. De ‘spinnenwebben’ lijken te zorgen voor ‘be- schermbloemen’,” vertelt Henriet Offrein.
Het verhaal gaat dat koningin Anne van Engeland tijdens het maken van kantwerk in haar vinger prikte en een druppeltje bloed verloor. Daarom wordt de wilde peen ook wel ‘Queen Anne’s Lace’ genoemd, omdat er precies in het midden van de wilde peen een minuscuul scharlaken rood bloempje zit. De functie van die kleine rode bloem is trouwens het aantrekken van insecten.