Eindelijk was de grote dag aangebroken. Zaterdag 9 februari, de dag van de carnavalsoptocht, en ook de Cellenkampstraat was er helemaal klaar voor. Tenminste het onderste gedeelte, want daar woonde adjudant Laurens en deze curry koning zorgde voor de hela hola saus tijdens de plaatselijke optocht. De buurt had niet alleen de straat prachtig versierd, maar ook een echte curry zonder smurrie wagen in elkaar geknutseld. Hein Heerdink was degene, die als trekkerchauffeur, het gevaarte uit de Postelhoek ophaalde. We kunnen dit keer niet spreken van een magere Hein, maar wel van een zenuwachtige, die toch wel met de nodige spanning het gevaarte met de grote Curry fles door het Hènige Slepvèènt land naar de Siepelstad trok. Hij zwaaide en toeterde naar iedereen en wist met een brede smile ook de rotonde te nemen, om de Odemarusstraat in te draaien en vervolgens de Cellenkampstraat in te rijden. Met een brede grijns van oor tot oor wees Hein op de grote Curry fles. Zijn straatgenoten verwelkomden hem in eerste instantie met groot enthousiasme, maar naarmate hij in de buurt kwam van de Laurens Boulevard boog die over de Cellenkampstraat was gehangen, werden de buurtbewoners steeds stiller. Frans Schulten en Jan Oldekamp wezen nog wel naar boven en het juichen verstomde en maakte plaats voor trillende handen, die voor het gezicht werden geplaatst. Iedereen, behalve Hein, zag dat de lange vlag, die voorop de trekker was gemonteerd niet onder de boog door kon. Hein merkte het pas toen de vlag onder zijn neus hing en hij deze bij wijze van spreken als een soort zakdoek kon gebruiken. De lange vlag stond helemaal krom, maar dankzij de techneuten in de buurt kon het euvel snel worden verholpen en was de Curry fles één van de lekkerste uitsmijters van de optocht. Er verscheen bij Karin Diepenmaat ook een hele optocht aan hulptroepen, nadat ze 300 meter van huis door een lekke band gedwongen werd om de auto aan de kant te zetten. Dat gebeurde voor het BAM kantoor. Op de burelen van dit bedrijf werd vervolgens een half uur niet meer gewerkt, want men was toch benieuwd hoe het lekke banden probleem werd opgelost. Karin, één van de nieuwe kosters, inspecteerde haar bolide en zag dat haar rechtervoorband leeg stond. Ze riep als nieuwbakken koster nog wel Halleluja, maar het was nog geen Pasen, dus was er van een wederopstanding van deze band geen sprake. Ook bleek het benodigde gereedschap niet aanwezig, zodat het aanwezige reservewiel niet direct de plek kon innemen van de lekke band. Maar na een half uur was de klus met de hulp van niet BAM werknemers geklaard en kon Karin haar weg vervolgen. Walter Velthuis vervolgde zijn weg in het ziekenhuis op een vrolijke, huppelende manier. Hij bezocht zijn vrouw en besloot om de lift te nemen. Na twee keer met de lift gestopt te zijn bleek Walter met maar liefst zeven verpleegsters in één liftcabine te bivakkeren. Met rode wangetjes verliet Walter de lift. Helaas weten we niet of de zeven verpleegsters dezelfde verpletterende indruk hebben gehad als Walter. ‘Rood’ was het ook in het openluchtmuseum, want daar werden filmopnames gemaakt over het vervolg op Roodkapje. Het was een afstudeerproject van een aantal later misschien wel beroemde filmproducenten, maar er waren ook een aantal Ootmarsummers, die als figurant meteen de sterren van de hemel speelden. Ze zullen niet direct in aanmerking komen voor een Gouden Kalf, maar wat te denken van een Gouden Siepel. Goud , het is niet meer weggelegd voor Herman Engbers, maar hij behoorde wel tot een gouden schaatsgeneratie. In Ootmarsum was hij het ijs meester en een meester in het begeleiden van schaatstalenten. Mocht er ooit aan de Alleeweg een nieuwe ijsbaan komen, dan kan er maar één naam aan worden gegeven: de Herman Engbers IJsbaan. Herman namens de Siepelstad en de Ootmarsumse jeugd bedankt voor tientallen warme jaren met veel ijsplezier.
.