Op vele Ootmarsumse ansichtkaarten staat het theehuis in Engels’ tuin afgebeeld. In feite is het een tuinhuis gebouwd door Hofmeijer Wennemar Jan Engels van Beverforde (1839-1914). Zijn zuster en erfgenaam (overleden in 1917) vermaakte het aan de Overijsselse Landbouw Maatschappij. Ronald Grimberg schreef er uitvoerig over in ons Jaarboek Heemkunde van 2013.
Sinds 1963 is Engels’ tuin eigendom van de gemeente. Het ‘tuinhuis’ kende sindsdien verschillende gebruikers. Het was jarenlang in gebruik als kantoor voor het Maatschappelijk Werk Twente Oost. Ook is het gebruikt als galerie en expositieruimte. In ons jaarboek van 2015 noemde Rob Meijer het de kiem van de kunststad Ootmarsum (Jaarboek Heemkunde 2015). Pas veel later werd het monument een theehuis.
Het thans leegstaande theehuis inspireerde onze stadsdichter tot het volgende prikkelende gedicht over het lot van dit prachtige rijksmonument.
Het theehuis in Engels’ Tuin, enig en anders!
In ons lommerrijke stadspark Engels’ Tuin staat sinds ca. 1890 een theehuis stijlvol te prijken.
Wit geschilderde roeden houden met stopverf de kleine vierkante ruitjes bijeen.
Een immer gesloten deur beëindigt twaalf uitgesleten treden van Bentheimer steen.
Geen ander gebouw in Ootmarsum is met dit in kruisverband gemetselde huisje te vergelijken.
Een mystiek tovernaarshuisje kon men zich vroeger verbeelden als kind.
De uitstraling en de sfeer van het pand zijn in al die tijd hetzelfde gebleven.
Nog steeds zijn vele spinnen aan de gevels hun web aan het weven.
Onder de pannen zorgt dopheide nog altijd voor afdichting tegen regen en wind.
Het rode bakstenen hofmeijerssprookjeshuis is inmiddels leeg en verlaten.
Dat wordt dus speuren naar een nieuwe bestemming of een suikeroom.
Drie spiedende witte wieven, noch het jufferke helpen ons uit deze droom.
Gaat voortaan de gemeente het statige optrekje zelf uitbaten?
Gemeente, mogen we spoedig eens nader horen?
Wie of wat wordt voor dit markante pand nu uitverkoren?
Henny Olde Meule (Stadsdichter Ootmarsum), november 2023