Binnenkort verschijnt het boek ‘Stadsgenoten vertellen…’. De titel van het boek had ook kunnen luiden: ‘Terugblik op Ootmarsum in de 20e eeuw’, want over een periode van honderd jaar wordt het leven in Ootmarsum beschreven en in beeld gebracht. Niet vanuit droog historisch perspectief met veel feitenkennis en jaartallen, maar gezien, beleefd, door de bewoners van Ootmarsum in die periode. Met maar liefst 36 personen werd een ‘Pröätke’ gemaakt, waarbij deze inwoners vertellen over hun leven in de stad Ootmarsum. Waarmee verdienden ze de kost? Hoe zag ons stadje eruit? Welke verenigingen bloeiden? Hoe was hun schooltijd? Allemaal vertellen ze een persoonlijk verhaal en dat maakt deze geschiedenis zo levendig. Je krijgt door deze Pröätkes een prachtige kijk op het leven van alle dag.
De Pröätkes, die teruggaan naar de periode van vóór de oorlog, schilderen een leven dat gekenmerkt wordt door hard werken en weinig vrije tijd en luxe. Na de lagere school ging je aan het werk. Aanpakken was het motto. Toch heeft iedereen het ervaren als een gelukkige, gezellige jeugd. Misschien door het kleinschalige van die tijd? De grootste werkgever in die periode was de Twentse Damastfabriek en de zelfstandige middenstanders moesten hard werken om hun hoofd boven water te houden. Ook al ken je deze mensen niet persoonlijk, je kruipt in hun huid en wordt meegevoerd in hun leven.
Hoe is Ootmarsum uitgegroeid tot het stadje dat het nu is? Dit is zeker te danken aan de voortvarendheid waarmee in de jaren zestig het toerisme bevorderd is. Het was een tijd van verandering en nieuw elan, zoals burgemeester Grotenhuis het omschrijft. De jongere generatie nam het bedrijf van vader of grootvader over en bracht met nieuwe ideeën en initiatieven vele familiebedrijven tot grotere bloei. Je ziet als het ware de welvaart toenemen.
‘Stadsgenoten vertellen…’ is een boek om even weg te zakken in de tijd van weleer en nu.