De Overijsselse gedeputeerde Martijn Dadema en NS Regiodirecteur Maarten Haverkamp ondertekenden op het provinciehuis te Zwolle een convenant dat de samenwerking bevestigt bij de ontwikkeling van regiohubs. De ontwikkeling van de regionale hubs zijn bedoeld om de bereikbaarheid te verbeteren. Dit door verschillende vervoersnetwerken en voorzieningen aan elkaar te verbinden. Met de ondertekening laten zowel provincie als de Nederlandse Spoorwegen zien de komende jaren te blijven investeren in duurzame bereikbaarheid.
Regionale hubs
Een hub is een plek waar reizigers terecht kunnen voor meerdere vormen van openbaar vervoer en goede aansluitingen. Ook vind je er voorzieningen zoals parkeerruimte, fietsenstallingen of horeca. “Met hubs maken we het mogelijk om bijvoorbeeld auto en trein te combineren, wat leidt tot minder files, minder uitstoot en betere bereikbaarheid. Reizen met de trein wordt aantrekkelijker door fijne en goed bereikbare stationsomgevingen,” aldus Maarten Haverkamp, NS Regiodirecteur Noordoost.
De ontwikkeling vindt plaats in samenhang met de ontwikkeling van lokale hubnetwerken door gemeenten, de opkomst van deelmobiliteit en de toenemende druk op de ruimte in de Overijsselse steden. Met de hubs willen provincie en NS dat er meer duurzame reizen in Overijssel plaats gaan vinden door een toename van lopen, fietsen en het gebruik van het openbaar vervoer.
Overijssels gedeputeerde Martijn Dadema: “We willen graag meer doen om de reis tussen je thuis en je werk aangenamer te maken. Door deze reis beter te laten aansluiten op de verschillende vervoersmogelijkheden zetten we meer in op duurzaam en snel reizen van A naar B. We vinden het belangrijk dat de Overijsselse dorpen en steden nog beter met elkaar worden verbonden. De regionale hubs bieden daarin een uitkomst,”.
Door gebruik van het hubnetwerk kan je je reis starten met een vervoermiddel naar keuze (zoals fiets, e-bike, auto, bus) tot het dichtstbijzijnde station met een goede treinverbinding naar de bestemming. In landelijk gebied zal dit vaak met bus of auto zijn, maar de fiets en e-bike kunnen ook prima dienen om op het station te komen. Door deze combinatie van vervoermiddelen wordt de aantrekkelijkheid van reizen met het OV groter. Dit draagt bij aan een vermindering van het aantal autokilometers met positieve effecten ten aanzien van doorstroming, klimaatimpact, luchtkwaliteit en ruimtelijke kwaliteit.
Pilot locaties
Provincie en gemeenten hebben, om ervaring op te doen, gekozen om te starten met vijf pilotlocaties, namelijk station Kampen-Zuid, station Dalfsen, station Steenwijk, P+R Enschede Zuiderval en P+R Zwolle Hessenpoort. Drie van deze vijf pilotlocaties zijn locaties met een station: Dalfsen, Steenwijk en Kampen-Zuid.