Sterke daling aantal leerlingen per docent in Overijssel

Overvolle klassen en overwerkte leerkrachten: in het basisonderwijs is het nijpende lerarentekort al jaren een groot probleem. Maar in welke provincie is het gebrek aan onderwijspersoneel eigenlijk het grootst? En hoe zit het precies per gemeente? Om antwoord te geven op deze vragen brengt online opleidingsinstituut Laudius de leerling-leraar ratio per regio in kaart. Zij doen dit op basis van meest recente DUO-data.

Minder leerlingen, maar vooral minder docenten
De verhouding tussen het aantal leerlingen per leraar wordt ook wel de leerling-leraar ratio genoemd. In 2019 ligt deze ratio voor het basisschoolonderwijs gemiddeld op 18,1 leerlingen per docent. Dit is een stijging van gemiddeld 3,1 procent ten opzichte van tien jaar eerder, maar ook een daling van 3,2 procent in vergelijking met vijf jaar geleden.

Ondanks dat de druk op leraren in het basisonderwijs sinds de piek van 2015 is afgenomen, zal het lerarentekort ook in de toekomst een groot probleem blijven. Voorspeld wordt dat het lerarentekort in het basisonderwijs in de komende jaren zelfs weer zal toenemen. Dit vanwege te weinig sollicitanten en toename in het aantal gepensioneerde leraren, ondanks de subsidie- en omscholingsregelingen van de overheid.

Leerling-leraar ratio per provincie
De leerling-leraar ratio verschilt sterk per provincie. Zo moesten in 2019 de basisschoolleraren in provincie Utrecht aan de meeste kinderen lesgeven: gemiddeld 18,7 leerlingen per leraar. Ook in Noord-Holland en Flevoland hadden leraren het bovengemiddeld druk met beiden gemiddeld 18,5 basisschoolleerlingen per docent.
In de provincie Groningen hoefde een leraar les te geven aan gemiddeld “maar” 16,8 leerlingen. Ten opzichte van 2009 is in 2019 steeg de leerling-leraar ratio in tien van de twaalf provincies. De hoogste stijging is te zien in Noord-Holland (+5,7%), gevolgd door Zuid-Holland (+5,6%) en Utrecht (+4,8%). In Gelderland (-0,1%) en Overijssel (-2,4%) daalde het aantal leerlingen per docent juist.
In vergelijking met 2014 is er in 2019 echter alleen in Zuid-Holland nog een lichte stijging in de leerling-leraar ratio te zien (+0,5%). In de rest van de provincies nam procentueel gezien het aantal leerlingen per leraar af, met in Friesland de grootste daling van maar liefst 7 procent.

Leerling-leraar ratio per gemeente
Per gemeente verschilt de leerling-leraar ratio nog sterker. Zo zijn de minste leerlingen per leraar te vinden op de Waddeneilanden. Op Vlieland is er bijvoorbeeld één leraar per 11 basisschoolleerlingen. Ook op Schiermonnikoog (11,3 leerlingen) en Terschelling (14,3) zijn er relatief weinig leerlingen per onderwijzer. In het Noord-Brabantse Boekel staat een basisschoolleraar – gemiddeld gezien – juist voor de meeste kinderen. Hier zijn zelfs gemiddeld 26,2 leerlingen per leraar. Ook in de gemeenten Gemert-Bakel (22,6 leerlingen per leraar) en Beemster (21,6) geven leraren les aan veel leerlingen.

In Overijssel is het gemiddeld aantal leerlingen per basisschoolleraar in vijf jaar met 6,5 procent gedaald. Dit is een sterkere afname dan het landelijk gemiddelde van -3,2 procent. In Overijssel was de afname het sterkst zichtbaar in de gemeente Wierden. In de gemeente Dinkelland heeft één leerkracht gemiddeld 15,8 leerlingen onder zijn of haar hoede.
Dit en meer blijkt uit het onderzoek van online opleidingsinstituut Laudius naar de leerling-leraar ratio, op basis van de meest recente DUO-data. Volgens de meest recente data geeft een Nederlandse basisschoolleraar les aan gemiddeld 18,1 leerlingen. In Overijssel ligt dit gemiddelde lager, op 17,7 leerlingen per docent.

Leerling-leraar ratio daalt het sterkst in Wierden
Binnen de provincie  Overijssel daalde de leerling-leraar ratio het sterkst in de gemeente Wierden. Het aantal leerlingen per basisschoolleraar nam hier met maar liefst 19 procent af. Ook in Olst-Wijhe (-17,5 procent) en Hellendoorn (-17,5 procent) was er een sterke daling. In de gemeente Zwolle nam het aantal leerlingen per docent juist het sterkst toe, met 6 procent. Ook is de druk op leraren toegenomen in de gemeente Dalfsen (+1,2 procent).

Meeste leerlingen in Zwolle en Kampen
Leraren zijn ‘het drukst’ in de gemeente Zwolle. Hier geven docenten aan gemiddeld 20,7 basisschoolleerlingen les. Ook in de gemeenten Kampen (19,2 leerlingen) en Dalfsen (19) hebben leraren gemiddeld veel kinderen onder hun hoede. Docenten in de gemeente Hof van Twente geven aan de minste aantal kinderen les: gemiddeld 15.

De leerling-leraar ratio per Overijsselse gemeente is te vinden op: https://www.laudius.nl/footer/leerling-leraarratio

Meer leerlingen in grote steden

In de drie grote steden nam de leerling-leraar ratio in dezelfde periode toe, namelijk met 7,1 procent in Amsterdam en 9 procent in Rotterdam. In Den Haag steeg de leerling-leraar ratio het sterkst met 9,1 procent. Dat heeft ook alles te maken met een tekort aan leerkrachten in deze grote steden.

< Vorig / Volgende bericht >

Gerelateerde berichten

Geslaagde reünie zesde klas uit het jaar 1988

Geslaagde reünie zesde klas uit het jaar 1988

De zesde klas uit 1988, het jaar waar het Nederlands elftal Europees kampioen werd, kwam voor een tw...

Lees verder >
Sfeervolle kerstviering basisschool ’n Baoken in Agelo

Sfeervolle kerstviering basisschool ’n Baoken in Agelo

Lichtjestocht Op donderdag 22 december werd om 5 uur begonnen met de lichtjestocht. Lichtsnoeren ge...

Lees verder >
Sfeervolle kerstviering de Meander

Sfeervolle kerstviering de Meander

Kerst is en blijft een bijzonder feest. Zeker ook op basisscholen waar de leerlingen op hun paasbest...

Lees verder >