Nicolas Stroot wilde voor school een werkstuk maken over de Tweede Wereldoorlog. Hij vroeg aan zijn opa Ben Stroot of deze nog wat kon vertellen over die periode. De 85-jarige Ootmarsummer bedacht zich niet, pakte zijn laptop, en schreef zijn herinneringen aan de oorlog op. Het is een heel bijzonder verhaal geworden, dat door Rob Meijer in een boekwerkje is opgenomen met passende foto’s en afbeeldingen uit de tijd dat Ben Stroot als kleine jongen de oorlog beleefde. Ben overhandigde dit boekwerk, vlakbij zijn woonhuis, aan zijn kleinzoon Nicolas voor het oorlogsmonument op het Bergplein.
De eerste oorlogsjaren verliepen rustig in Ootmarsum
Van twee gebeurtenissen in de eerste 10 dagen van mei 1940 weet Ben zich heel goed te herinneren. Hij verliet de bewaarschool en kwam op 1 mei 1940 bij meester Neep in de klas op de Scheepersschool. Die overgang van de ene naar de andere school was een hele belevenis voor de 7-jarige. In de ochtend van 10 mei werd hij wakker gemaakt door zijn vader met de woorden: “Het is oorlog.” Dat begrip kende de jonge Ben nog niet en zijn vader legde hem dat uit. Oorlogsvliegtuigen zorgden voor veel geluid en hotel Tubantia was de plek waar Duitse soldaten en de Ortscommandant ondergebracht werden. De NSB eigenaar sympathiseerde met de Duitsers. De wereld zag er vanaf die dag ook in Ootmarsum anders uit al verliep het leven van de jonge Ben Stroot na die eerste oorlogsdagen al gauw weer ‘gewoon’. “Ik wist niet wat oorlog was en hij vertelde mij dat Duitsland ruzie maakte met Nederland. Buiten hoorde ik veel lawaai: het waren allemaal vliegtuigen die overvlogen, het was heel bijzonder. Normaal hoorde je nooit wat : dit was wel spannend . Toen ik buiten kwam waren oudere mensen druk aan het praten met elkaar. Een oude vrouw vertelde dat de Duitse soldaten zo zouden komen en die hebben grote kruizen in de broek . Ik dacht met mijn kinderlijke verstand: hebben ze van die ijzeren kruizen, die op het kerkhof staan, in de broek? Hoe kun je dan nog lopen ? De volgende dag kwamen er motoren met zijspan met soldaten die hadden stalen helmen op en geweren om hun nek even later zagen we marcherende soldaten die Ootmarsum binnen gingen,” staat er in de herinneringen van Ben Stroot te lezen. “Om negen uur begon de school weer, en Meester vertelde dat het oorlog was en dat de vliegtuigen, die waren overgevlogen Rotterdam hadden gebombardeerd en dat er een heleboel huizen vernield waren en heel veel mensen dood waren.”
Veel indruk op de jonge Ben maakte ook het neerstorten van een Engelse bommenwerper in november 1940. Daarna ging het leven, ondanks de bezetting en de aanwezigheid van Duitsers, zijn gewone gang. Midden 1943 veranderde dat beeld, want de situatie werd toch steeds grimmiger door meer regels en het strenger optreden van de Duitse soldaten. Maar ook kwam er minder voedsel en vlogen steeds meer vliegtuigen over. In de omgeving van Ootmarsum werd menig luchtgevecht uitgevochten, omdat op de vliegbasis Twente Duitse oorlogsjagers gestationeerd waren. “Mijn vader werkte in Duitsland in Nordhorn in een textielfabriek. Op een avond in 1943 werd er aan de deur gerammeld : 2 mannen in leren jassen met een hoed op kwamen binnen , en vroegen mijn vader waar het Russisch meisje gebleven was. Er was namelijk een meisje verdwenen uit de fabriek in Nordhorn. Zij kwamen binnen met getrokken revolvers, maar mijn vader wist van niets. Gelukkig is het met een sisser afgelopen,” beschrijft Ben Stroot dit angstige moment.
“Wij slachten stiekem ook een varken en als s’ avonds slager Floot kwam om hem te slachten, sloeg hij het dier met een bijl voor de kop , want patronen voor het schietmasker had hij niet meer en het beest mocht absoluut niet schreeuwen. Mijn moeder stond dan buiten voor het hek met een rozenkrans te bidden uit angst. Dat die slager later nog mijn schoonvader zou worden had ik niet kunnen dromen!”, weet Ben Stroot ook dit voorval beeldend op te schrijven.
Bommen op het Bergplein
De laatste jaren van de oorlog gebeurde er van alles. Ben weet het allemaal levendig en sprekend op te schrijven. Over kwajongensstreken, maar ook over het clandestien eten verstoppen. Het ingrijpende voorval in januari 1945, toen bommen op huizen op het Bergplein vielen, hebben heel veel impact op hem gehad. “In de nacht van 30 Januari weer hevige gevechten in de lucht opeens een geweldige knal, er waren bommen gevallen op het Bergplein alle huizen daar waren vernield. Twee mensen dood en een heleboel gewonden. Onder hen ook een jongetje van onze school : Johan Heupink. Hij is in de houtbak van een truck van de fa Rawe uit Nordhorn naar het ziekenhuis in Oldenzaal gebracht en is daar gestorven. De zusters uit het ziekenhuis hebben nog een brief geschreven naar zijn ouders hoe hij gestorven is. Het sterven van een jongetje uit je school had voor mij een hele impact, het besef van oorlog drong toen pas goed tot mij door. De Pater stuurde nog een brief aan de bedroefde ouders. Een monumentje tegenover ons huis is een herinnering aan deze bominslag.”
De bevrijding
De bevrijding heeft Ben Stroot heel intens gevierd. Dat blijkt wel uit het gedeelte in zijn boekwerk dat handelt over deze periode. Op 4 april kwamen twee Weapon Carriërs Ootmarsum binnen rijden en vanaf dat moment was het feest. Ook de weken, maanden en zelfs jaren daarna stroomden de herinneringen uit Bens koker en tekende hij deze op. Het maakt het boekwerk tot een geweldig mooi stuk bewaard gebleven geschiedenis. Ben sluit af met de volgende tekst: “Zo kwam het leven van een jongeman die bewust de Tweede Wereldoorlog heeft meegemaakt in een wat rustiger vaarwater terecht. Van de vrije tijd en de vrijheid hebben jouw opa en oma op gepaste wijze gebruik gemaakt en Nicolas we hopen dat jij in jouw leven geen oorlogservaring zult beleven. Het doet mij goed dat er ook bij de jongere generatie belangstelling is voor het verleden. Dit boekwerkje met een stuk familiegeschiedenis heb ik voorjaar 2018 met veel plezier overhandigd aan mijn kleinzoon Nicolas Bernhard Stroot.”