Toen we van de week de werkschuur bij het openluchtmuseum moesten opruimen liepen we zomaar
tegen een paar oude wasmachines aan.
Broederlijk naast elkaar, een mooie houten en een spierwitte (nou, ja.) emaille EDY. Daar kwamen de herinneringen weer omhoog!
s’ Maandags was vroeger wasdag. Zwengelen aan de oude pomp achter het huis, waar een grote teil met wasgoed stond en waar
moeder het beddengoed met grote halen op en neer haalde om het te spoelen, terwijl er ondertussen
een zakje Reckitts blauw ronddobberde. Dat was in je jonge jaren nog een belevenis. Voor die tijd werd
de was ‘gedraaid’ in de houten wasmachine met elektromotor, die aangezwengeld moest worden.
Met een doek in de hand gaf je dan een zwieper aan het wiel met drijfriem en dan begon het houten kruis
in de machine te draaien. Opwarmen deed de machine ook niet, dus er moesten emmers met warm
water in gWanneer de schakelaar werd omgedraaid ging hij wel gevaarlijk brommen, maar deed nog niks. Metegooid worden, maar wel oppassen dat het kraantje onderaan de kuip dicht was, want anders
liep het warme water zo over je voeten.
En dan maar kloppen met een ijzeren houdertje waar een blok
Sunlight zeep in zat. Had de was lang genoeg gedraaid dan ging het door de wringer – pas op je
vingers … – en moest het gespoeld worden. Na het spoelen moest het nog droog. Droogmachines
bestonden niet. Ik mocht vaak de platte kruiwagen pakken en daarop werd een teil gezet met daarin
het fris gespoelde wasgoed. Op naar de bleek. We gebruikten een tuintje vlak bij het stadspark aan het
Hazelrot en daar werden de lakens, de slopen, de tafellakens, hemden, onderbroeken en alles aan
textiel wat zoal smerig kon worden, uitgelegd in de zon.
Als er zon was. Want op maandagmorgen erg vroeg, werd er gewassen, dan kon de was zo lang mogelijk buiten drogen en kon aan het eind van de middag de boel naar binnen en kon er worden gestreken. Al dat stijve droge wasgoed werd met water
besprenkeld voordat het werd gestreken en dat strijken gaf in huis zo’n speciale stoomlucht met een
sfeer van reinheid en gaf je alvast het fijne gevoel van s’ avonds lekker tussen koele helderwitte lakens
te kunnen kruipen. De was was een klus, dat was het elke week weer. Nostalgie? Het had wel wat.
Minder haast, minder moeten: het was meer …
Rob Meijer