“Dat hebt ze mooi doan,” klonk het veelvuldig en oprecht uit het publiek, dat in een heerlijk zonnetje op het Twents Kleinkunstfestival was afgekomen. Optredens in het dialect zorgden in ieder geval voor een gemoedelijk en sfeervol evenement op het prachtige terrein van het Openluchtmuseum in Ootmarsum. De nieuwe Kapberg werd als decor gebruikt en dat bleek een prima invulling om de muziekmakers, dichters en stoaproaters tot hun recht te laten komen. Met toch zo’n 500 man publiek, verdeeld over de dag, was de organisatie, die onder leiding stond van Hans Oude Breuil dan ook dik tevreden.
De gehele dag door waren er tal van activiteiten in het Openluchtmuseum. De Ootmarsumse Boerendansers traden op. Sagenvertellingen in het dialect klonken de belangstellenden als muziek in de oren. Er waren demonstraties weven, spinnen , dokken en klompen maken, manden vlechten en in de smidse klonken de hamers op het ijzer.
Om 14.00 uur begon het hoofdprogramma en het werd een zeer afwisselend programma. ‘Aan elkaar proater’ Theo Scholte Lubberink zorgde voor de aankondigingen, achtergrondinformatie en dat natuurlijk aalns in ’t plat. “Toch niet helemaal,” viel er bij wat omstanders te horen, “Hij zegt Sabine Uitslag en niet Sabine Oetslag………” De groep Algerak beet het spits af met heerlijke luisterliedjes. Een nummer van the Beatles in het plat, ook dat geeft de charme aan van dit bijzondere Twents Kleinkunstfestival wat tot doel heeft om het dialect niet verloren te laten gaan. De Nostra Dames wisten humor en muziek heerlijk platweg te combineren. Conférencier Paul Wiefferink liet het publiek lachen met talloze vondsten en het was knap welke contaminaties hij wist te maken van Nederlandse, Duitse, Franse en Engelse woorden. Drentenaar Bert Kamping wist in zoetsappig Drents het publiek te boeien. Samen met Sabine Uitslag, voormalig Tweede Kamerlid, brachten ze het mooie nummer ‘Loat mie Lös’.
De handen gingen omhoog toen Sabine alles uit de kast haalde en samen met haar dochter het refrein zong. Het geluid, trouwens prima verzorgd door Ben Raatgerink en Jan Eertman, echode tussen de karakteristieke gebouwtjes over het terrein van het openluchtmuseum. “ ’t Gung mooi,” liet Bert Kamping weten. Het publiek genoot en kon zich ook nog aan het einde van het programma opmaken voor opnieuw een optreden van de groep Algerak.
Gedichtenwedstrijd 2017
Tussen de optredens door was er een gedichtenwedstrijd, die op touw was gezet door Harrie Nijhuis van de Twentse Welle. De jury, bestaande uit Harry Morshuis en Gerard Lage Venterink, koos uit de 65 ingezonden gedichten er 11 uit, die een nominatie kregen. Deze 11 gedichten werden tijdens het kleinkunstfestival ten gehore gebracht. Het gedicht ‘Kerstdiner’ van Gerrit Rensink kwam als beste uit de bus. Hij kon er zelf helaas niet bij zijn. Het gedicht werd onder de kapberg voorgedragen door zijn vriend Ben van den Berg. Hieronder de genomineerden, die allemaal de kans kregen om hun gedicht tijdens het Twents Kleinkunstfestival voor te dragen.
Daniëlle Overweg – N’ Bettie n’ Apatn
Fred van de Ven – Vortkomnis
Henk Hooijer – De ambtenaar
Dick Schlüter – n Geveul
Gerrit Rensink – Kerstdiner (winnende gedicht)
Martin Peters – Stinkerie
Riek van der Wulp – Verloat mi-j niet
Diny Groothalle – Sproakverwarring
Bennie Sieverink – Börger op ’n boer
Diny Izaks – Zeek
Fred van de Ven – Tweants etn
Met het bekendmaken van het winnende gedicht en een prachtig slotlied van Algerak kwam er een einde aan een succesvolle en sfeervolle derde editie van dit Twentse Kleinkunstfestival. “Wie kiekt d’r met völ plezeer op terug,” blikt de organisatie terug op het evenement, “Bie oonze cultuur hier in ’t oosten van ons laand heurt het plat proat’n d’r gewoon bie. Dat wilt wie leavend hoal’n en doar is niks mis met.”
Foto’s met het accent van Caspar Kouijzer