Regelmatig verdwijnen in ons mooie Twentse landschap beeldbepalende boerderijen. De agrarische bedrijven van nu moeten in de huidige tijd groter, efficiënter en volledig geautomatiseerd zijn om er nog een fatsoenlijke boterham mee te kunnen verdienen. Boerderijtjes zoals die in het Openluchtmuseum Ootmarsum te zien zijn, vind je steeds minder. Deze week was het bestuur van de jonge Stichting Twentse Erven op bezoek in het museum. In de Commandeurskamer van het Molenhuis vergaderde het bestuur met de nieuwe voorzitter, de burgemeester van Wierden Henk Robben, die zijn collega Michael Sijbom van Losser per 1 juni opvolgde.
Sinds 2014 is de stichting een platform voor de boerderijeigenaren in Twente en dan met name die eigenaren met een beeldbepalend bezit. Er zijn al veel ‘viersterren’ boerderij-landgoederen in Twente, die gered zijn van de ondergang en een waardig nieuw leven zijn begonnen. Maar ook de kleinere bedrijven die van oudsher in historische gebouwen zijn gevestigd, zorgen voor een goed behoud van de Twentse identiteit. Velen kijken met weemoed naar de tijd dat Twente vol stond met Saksische boerderijen en streekarchitect Jan Jans volop werk had aan het in beeld brengen, restaureren en reconstrueren van de historische bouwwerken in deze regio.
Voor de Twentse Erven-vergadering van afgelopen 31 augustus 2017 waren ook de acht buurtgidsen van ‘Twentse Erven’ uitgenodigd. Verspreid door Twente zijn dat de contactpunten voor het Twentse erfgoed in eigen omgeving. Het bleken betrokken en enthousiaste mensen te zijn, die niet alleen oog hebben voor het behoud van erfgoed, maar zich ook inzetten voor een goede leefomgeving. Prangende vragen komen dan op de stichting af : hoe kun je de golf van afbraak van vaak historische gebouwen beperken, en hoe help je mee nieuwe functies te bedenken. Hoe ga je om met de vernieuwingsgolf, met de nieuwe architectuur, die soms leidt tot wildgroei.
De rondgang in het museumpark Openluchtmuseum Ootmarsum met bestuur en buurtgidsen was een welkome afwisseling in het programma. Zo’n 15 gebouwen uit de omgeving hebben hier een plek gekregen en zijn onder vakkundige begeleiding van het Oversticht, Ribo, Oudheidkamer Twente, Gemeente Dinkelland, andere instanties en vrijwilligers gerestaureerd, opgebouwd en onderhouden. Reeds bij de start van het museum in de jaren zestig werd al bedacht dat dit museumpark geen geïsoleerde plek op zich moest zijn maar dat het principe ‘van binnen naar buiten’ toegepast zou moeten worden. Dat betekent dat er op één centrale plek historisch overzicht en informatie wordt gegeven, met daaraan gekoppeld de verwijzing naar het specifieke Twentse erfgoed in het buitengebied. Een samenwerking met Landschap Overijssel, het waterschap Vechtstromen, de KNHM en andere instanties zorgt voor een goede structuur, waardoor aan de jaarlijks 40.000 museumbezoekers steeds de aanzet wordt meegegeven op stap te gaan naar het Twents erfgoed. Het Openluchtmuseum Ootmarsum is flink uitgebreid. Nieuwe aanwinsten zijn twee nieuwe kapschuren, een kapberg, een nieuwe bijenstal, een museumfunctie voor het gebouw De Weemhof, een nieuw entreegebouw met museumwinkel en aanpassing van het groen in het park. Daarnaast wordt gewerkt aan een reconstructie van een papiermolen bij het Molenhuis.
De Twentse erven liggen dus nog niet in scherven, er wordt op verschillende fronten gewerkt aan het behoud van het nog aanwezige agrarische erfgoed. Het in kaart brengen, de contacten leggen, de bewustmaking, motiveren, het opzetten van projecten, de netwerken onderhouden, noem maar op: het zijn de activiteiten die de stichting Twentse Erven op zich heeft genomen en die moeten er voor zorgen dat Twente op het platteland z’n eigen identiteit blijft behouden. De beide stichtingen hebben hierin een gemeenschappelijk belang en daardoor zal een samenwerking zeker z’n vruchten afwerpen.
Rob Meijer, secretaris Stichting Openluchtmuseum Ootmarsum
www.twentse-erven.nl www.openluchtmuseumootmarsum.nl