Het Usutu-virus, waaraan merels overlijden, bedreigt ook de ‘Nederlandse merels’. Het virus woekert al ruim tien jaar in Europa en de laatste jaren wordt het steeds actiever in Duitsland. Inmiddels zijn de eerste merel slachtoffers gevallen in NoordRijn Westfalen en deze Duitse deelstaat grenst aan Nederland. “Daarom is de kans stukken groter geworden dat we met dit Usutu-virus te maken krijgen in ons land,” vertelt Robert Westerhof van de Vogelwerkgroep Heemkunde Ootmarsum,” en inmiddels zijn er in Nederland 8 dode merels gevonden en opgestuurd voor onderzoek. Het resultaat van dit onderzoek is nog niet bekend. Wel weten we dat er in Duitsland dorpen zijn waar 90 % van de merelpopulatie door dit virus is overleden.”
Vermoedelijk zal de verspreiding van het virus in de herfst en winter meevallen, omdat de ziektekiemen door muggen wordt overgebracht en niet door vogels. In deze periode en de komende maanden neemt de activiteit van muggen af en daarmee dus ook het besmettingsgevaar. Wel moet er voor volgend jaar terdege rekening mee worden gehouden dat het virus niet ophoudt bij de grens tussen Duitsland en Nederland. “Daarom is het goed om ook in onze omgeving te letten op het gedrag van de merels. En zeker als men zieke of dode merels aantreft is het raadzaam om dit kenbaar te maken. Een merel, die is besmet met het virus, is gemakkelijk te herkennen. Ze zien er ongezond en verzwakt uit. De merels ogen apathisch, hebben een slordig verenkleed en ze zijn sterk vermagerd. Ook hebben ze evenwichtsstoornissen en vliegen ze moeilijk. Een besmette merel is na 2 tot 3 dagen dood,” laat Robert Westerhof weten.
Als mensen dode merels vinden, dan kunnen ze dat doorgeven aan de DWHC (Dutch Wildlife Health Centre). Deze organisatie wil de vogel graag binnen 24 uur onderzoeken. Ze halen de dode merels op en daar zijn geen kosten aan verbonden. Als u een vers dode merel vindt, neem dan a.u.b. contact met ons op (030-2537925) tijdens kantooruren. Niet vers dode vogels graag melden via een meldformulier dat te vinden is op de site www.dwhc.nl.
“Wij, als vogelwerkgroep Heemkunde Ootmarsum, zijn natuurlijk ook vanuit onze hobby benieuwd naar de aantallen dode merels in deze omgeving. Wij halen ze niet op, maar zouden het op prijs stellen als mensen bij de vondst van een merel ons willen inseinen,” is de vraag van Robert Westerhof aan de inwoners van In en Om Ootmarsum. Een mailtje naar Robert Westerhof is voldoende: rjwesterhof@home.nl.
Foto’s: Robert Westerhof Vogelwerkgroep Heemkunde Ootmarsum