Door de inval van de winter hebben vogels het momenteel moeilijk. Door het dikke pak sneeuw kunnen vogels niet meer bij hun voedsel komen. Daarnaast vriezen sloten, plassen en meren dicht. Een ijsvogel heeft bijvoorbeeld open water nodig en komt dus nu echt in de problemen. Vogels hebben een hoge lichaamstemperatuur, circa 42 graden Celsius, waardoor ze extra veel energie nodig hebben. Dat geldt vooral voor de kleinere vogelsoorten. Zo eet een koolmees globaal iedere dag zijn gewicht aan voedsel. Het is belangrijk dat de vogels overdag voldoende energiereserves opbouwen om gedurende de nacht hun lichaamstemperatuur op peil te houden. Voeren van vogels helpt hen daarbij.
Welk voer
De meeste tuinvogels zijn zaad – en insecteneters. De snavels laten het verschil goed zien. Mussen en vinken met hun kegelvormige snavel zijn de zaadeters. Heggenmus, winterkoning, boomkruiper en het mooie roodborstje zijn te herkennen aan hun fijne priemsnaveltjes. De laatste groep vogels houdt van fijn vogelvoer, meelwormen, ongekookte havermout en larven en pindakaas met insecten er doorheen. De zaadeters zijn dol op granen maïs, zonnepitten, bruin brood en etensresten, maar dan zonder zout. Een overdekte voedertafel is heel prettig. Strooi het voer verder op beschutte plaatsen, zoals onder een heg of struik. Daar voelen de vogels zich veilig en hebben huisdieren of roofvogels minder kans om de tuinvogels te pakken.
De één past zich aan, de ander niet
Het is ongetwijfeld bekend dat veel vogels in de herfst naar het zuiden trekken. Wij krijgen uit het noorden in de winter bezoek van ganzen, eenden, roodborsten en mezen. IJsvogels en roerdompen zijn standvogels en zij blijven het gehele jaar door op min of meer dezelfde plek. Zij hebben het in strenge winters moeilijk. Een ijsvogel heeft open water nodig, want deze vogel blijft zoeken naar visjes en andere waterdieren. Heggenmussen en mezen zijn vogels, die in de winter veranderen van voedsel. Dat is slim, want in plaats van insecten eten ze dan energierijke zaden en noten. Hun darmstelsel wordt hier op aangepast.
De vogels zijn het meest gebaat als er ’s morgens wordt gevoerd en wat later in de middag. ’s Morgens kunnen ze door het wintervoer herstellen van de koude nachten en met het middageten bouwen ze reserves op voor de nacht.
Leven rondom huis
Door het voeren van de vogels kun je zelf ook genieten van dit bijzondere leven in je eigen omgeving. Het is prachtig om die activiteiten mee te maken en nu al te kunnen zien dat de tuinvogels bezig zijn met hun territorium voor de komende lente. En dat voorjaar is er vaak sneller dan je denkt. En bedenk dat ieder jaargetijde zijn unieke natuurmomenten kent. Ook de winter en met het bijvoeren van de tuinvogels is er vaak volop vertier rondom het huis. Dat maakt de dag in de vaak donkere wintertijd een stuk levendiger.