Op het terrein van het Openluchtmuseum is het stil voor wat betreft de bezoekers. Toch is er leven op dit unieke stukje cultuur, natuur en historie van de Siepelstad. Deze Coronatijd met alle beperkende maatregelen heeft geen enkele invloed op het planten – en dierenleven. Vogels bakenen nu hun territorium af en zeker de zangvogels laten hun gezang uitbundig horen. De mannetjespauwen ontvouwen hun veren en doen het spreekwoord zo trots als een pauw alle eer aan. Het bestuur van het Openluchtmuseum en het Drostenhuis blijft trots op hun vrijwilligers. In dit bijzondere jaar bleven de deuren van de beide musea door de corona voor langere periodes dicht. Het betekende ook dat de deuren voor de vrijwilligers ‘dicht’ bleven. Sociale contacten werden minder en een stuk dag – of weekinvulling verviel. Ook de jaarlijkse nieuwjaarsbijeenkomst, een altijd gezellige meeting, kon geen doorgang vinden. Reden genoeg voor het bestuur en de leden van het Toon Heupinkfonds om de vele vrijwilligers een hart onder de riem te steken. En dus ontvingen zij een prachtige kaart met daarop riemen van oude werktuigen, waaronder een hart was gestoken. Met achterop een opbeurende tekst. Daarnaast nog een paar kleine presentjes, waarbij de hartjes niet ontbraken.
’t Klöpke
Naast deze verrassing was ook ’t Klöpke toegevoegd. Hierin is het bijzondere jaar beschreven, waarin het Coronavirus een zeer bepalende rol speelde. In maart 2020 waren er de maatregelen van een intelligente lockdown en dus gingen ook het Drostenhuis en het openluchtmuseum op slot. In mei kon het allemaal weer open en dat duurde tot begin november. In die tijd kwamen er veel bezoekers en de reacties waren erg enthousiast. Veel Nederlanders bleven in eigen land en ontdekten op deze wijze hun ‘eigen achtertuin’. Natuurlijk waren er in beide musea aanpassingen om de gevraagde 1,5 meter afstand te kunnen waarborgen, maar ook om de (kassa)vrijwilligers hun werk te kunnen laten doen. De gezondheid stond steeds voorop. Toch wist het corona-virus een enkele vrijwilliger te treffen, maar dat zorgde gelukkig niet voor nare gevolgen op.
In het afgelopen jaar draaide veel om corona, maar toch bleef het niet helemaal stil. Vrijwilligers, die dat wilden, werkten alleen of op gepaste afstand van elkaar door. Het onderhoudswerk werd grondig geïnventariseerd, terwijl het binnenste van de Weemhof een ware metamorfose onderging. Dat kwam mede doordat het openluchtmuseum de beschikking kreeg over de verzameling schilderijen van Rabbers. De papiermolen kreeg vorm in het gebouwtje naast het Molenhuis.
Opvolger Rozik Vitto begint per 1 april
De musea namen in 2020 afscheid van Rozik Vittor. Zij heeft als bureauhoofd veel tot stand gebracht. Haar opvolgster is Melanie Swennenhuis, die al werkzaam was op het kantoor. Melanie heeft haar taken op voortvarende wijze overgenomen. De vacature na het vertrek van Rozik wordt zo spoedig mogelijk ingevuld.
Het bestuur van het Drostenhuis en het openluchtmuseum wachten ondertussen gespannen af wat de toekomst brengt voor wat betreft het coronavirus. Heel voorzichtig hoopt men met Pasen in ieder geval de deuren van het openluchtmuseum te kunnen openen.
Beide musea hebben veel te bieden en dat zal niet veranderen. Zij beheren een uniek stukje Twents erfgoed en vormen samen ook een ‘tweede thuis’ voor de vele vrijwilligers, die met hart en ziel hun energie in deze musea steken. Het hart onder de riem is dan ook zeker op zijn plaats voor de mensen, die hun vrije tijd in het Drostenhuis en het openluchtmuseum willen steken.