De kern van de politieke problemen die in de afgelopen periode in Dinkelland is ontstaan, ligt vooral in persoonlijke verhoudingen en minder in zakelijke- of politieke verschillen van inzicht. Er is sprake van ‘oud zeer’ en een ‘afrekencultuur’. Dat is in het kort de samenvatting van het rapport dat politiek verkenner mr. Geert Jansen woensdagmiddag overhandigde aan burgemeester Ineke Bakker.
Nadat wethouder Eric Kleissen onverwacht naar huis werd gestuurd, kort daarna gevolgd door collega Annette Zwiep, raakte politiek Dinkelland in een crisis. Door het vertrek van uiteindelijk drie van de vijf wethouders, trad burgemeester Ineke Bakker in de plaats van het college en besloot de Commissaris van de Koning de benoemingsperiode voor een nieuwe burgemeester met drie maanden op te schorten.
Hierna werd mr. Geert Jansen door burgemeester Ineke Bakker ingeschakeld als verkenner. Hij kreeg van haar de opdracht de actuele politiek-bestuurlijke situatie in Dinkelland in kaart te brengen, een diagnose te stellen en aan te geven wat nodig is om Dinkelland tot aan de verkiezingen in 2018 op stabiele wijze te besturen.
In de afgelopen periode voerde Geert Jansen gesprekken met de fractievoorzitters afzonderlijk en in groepsverband en legde vervolgens zijn bevindingen vast in een rapport. Woensdagmiddag overhandigde hij dit aan burgemeester Ineke Bakker. “Ik ben content met het rapport en herken veel van wat erin wordt weergegeven”, meldt ze. “In mijn waarneming is het een zorgvuldig proces geweest, waarin alle partijen hun visie konden weergeven.”
Het rapport kent een aantal conclusies en aanbevelingen die niet alleen moeten leiden tot een bestuurlijk stabiele situatie tot aan de verkiezingen, maar ook daarna moeten bijdragen aan een ordentelijke vergaderstructuur. “Er staan ons twee dingen te doen. De eerste urgentie is zorgen voor een nieuw college. Het is aan de Raad om die handschoen op te pakken. Daarnaast gaat het om het creëren van bestuurlijke correctheid binnen de Raad en in verhouding tot het college en de ambtelijke organisatie. Dit ga ik als voorzitter van de Raad samen met het presidium snel oppakken. Direct na de jaarwisseling gaan we hiervoor een proces opstarten.”
Op 20 december wordt het rapport tijdens een raadsvergadering besproken.