Wethouder Loes Stokkelaar ontvangt 10e boek in BMS reeks

Het tiende boek in de reeks van de Ben Morshuis Stichting is uit. Het is het tweede deel van ‘Ootmarsum in de negentiende eeuw’’ met als subtitel van ‘Bloei naar verval’. Een moeilijke periode dus voor het stadje, dat daarvoor, in de 17^e en 18^e eeuw juist een rijke, misschien wel ‘gouden’ tijd heeft gekend. Ootmarsum lag op een soort ’verhoging’ in het landschap, waardoor veel reizigers zonder natte voeten van noord naar zuid en van west naar oost konden reizen. Het kruispunt van deze wegen lag in Ootmarsum en dus was er sprake van handel en bedrijvigheid. Maar na een aantal afsplitsingen moest Ootmarsum op kleine schaal zelfstandig verder en dat bleek niet te lukken. De Commanderie, het bestuurscentrum van Twente, raakte in verval en werd afgebroken, de Latijnse school verdween en ook de industrie, waaronder een papierfabriek op het Springendal, redde het niet. De Siepelstad raakte in verval en juist over deze zware periode wordt ingegaan in dit tweede deel over ‘Ootmarsum in de negentiende eeuw’.

Ben Morshuis, de naamgever van de stichting BMS ging uitvoerig in op het tot stand komen van dit boek. Dat deed de stadshistoricus op zijn eigen wijze, doorspekt met feiten en humor. Morshuis begon te vertellen dat hij vorig jaar op 4 juni het eerste deel presenteerde en had beloofd dat het tweede deel binnen een jaar op de planken lag. De overhandiging van het tweede deel viel op 5 juni 2013…………….dus niet binnen een jaar. Ook liet Morshuis weten dat bij de overhandiging van een nieuw boek altijd wel een wethouder aanwezig bleek te zijn. Wethouder Steggink is al eens de gelukkige geweest en wethouder Loes Stokkelaar mocht voor de tweede keer deze beide delen van ‘Ootmarsum in de negentiende eeuw’ in ontvangst nemen. “Nu willen we een volgende keer wethouder Zwiep uitnodigen om het boekwerk te ontvangen over beelden en gebouwen, die hoognodig aan een opknapbeurt toe zijn,” lacht Morshuis’” en wethouder Koegler is de volgende, maar dan moeten we de tennisbanen en de kunstgrasvelden in beeld brengen.”  Na deze luchtige opening kwam Morshuis tot de kern van het boek en gaf hij een historisch overzicht over de bloei en later het verval van ‘zijn’ stadje.  “Vele waardevolle gebouwen verdwenen, maar aan de andere kant had men geen geld om vervallen huizen af te breken. En er kon zeker niet geïnvesteerd worden in nieuwe projecten. Toch wil ik positief afsluiten en dat doen we ook in het boek, want aan het einde van de 19^e eeuw ontstond er een kentering en in de volgende eeuw, om precies te zijn in 1901, kreeg Ootmarsum één van de eerste VVV’s van Nederland. Ootmarsum was door gebrek aan geld intact gebleven en de VVV samen met het toenmalige gemeentebestuur zorgde er voor dat de nog bestaande huizen en gebouwen werden opgeknapt en wat nog belangrijker is het huidige stratenpatroon werd gehandhaafd en daar plukt Ootmarsum tot op de dag van vandaag nog de vruchten van.”

Ben Morshuis sloot af met de woorden en de hartenkreet om Ootmarsum te laten blijven, zoals het nu is, maar ook nieuwe elementen toe te voegen, die echter het karakter van het stadje geen geweld aan doen. “Behoud het oude en kijk wat er aan nieuwe zaken in dit historische beeld kunnen worden ingepast.”

Vervolgens werd het eerste exemplaar uitgereikt aan wethouder Loes Stokkelaar. Zij liet weten als scholiere en puber helemaal niets te hebben met geschiedenis, totdat ze Ben Morshuis een paar keer had ontmoet. “Ik weet nu waarom ik niets met geschiedenis had, dat lag aan mijn geschiedenisleraar,” vertelt de wethouder,” maar de historie heb ik leren waarderen na een paar ontmoetingen met Ben en de leden van zijn stichting. Die feitenkennis en toch weer steeds zorgen voor andere details hebben me de ogen geopend, want een geschiedenis van een stadje of dorp is zo bepalend voor de toekomst. Wat dat betreft heb ik heel veel geleerd. Ik hoorde Ben zeggen dat Ootmarsum het oude moet behouden, maar ik wil daar toch graag nieuwe elementen aan toevoegen. De achterkant van de RK kerk is een aandachtspunt. De Commanderie en de terugkeer van dit historische gebouw stuiten hier op veel scepsis, maar ik blijf optimistisch. Het prachtige uitzicht op het stadje Ootmarsum wordt weer in de oude staat teruggebracht en in het najaar beginnen we met de aanleg van de stadsbeek. Verder hoop ik dat er op de basisschool nu een klein Ben Morshuisje zit, die met dezelfde passie in deze eeuw over Ootmarsum schrijft en dan kan melden dat Ootmarsum met de komst van de nieuwe Commanderie en andere projecten de historie laat terugkeren in een nieuw jasje.”

Na de pauze vertelde Rob Meijer over de organisatie omtrent de komst van Lodewijk Napoleon naar Ootmarsum, dat in 2009 met veel succes is nagespeeld. De grote initiator Rob Meijer gaf een prachtig beeld van wat er allemaal bij komt kijken om dit historische evenement te laten herleven. Daarna werd de film van Rob Meenderink getoond over deze binnenkomst van koning Lodewijk Napoleon in Ootmarsum.. Met prachtige beelden werd deze avond afgesloten bij hotel van der Maas.