De wintertijd gaat dit weekend in. De klok wordt een uur teruggezet in de nacht van zaterdag 29 oktober op zondag 30 oktober. Het betekent uiteraard het einde van de zomertijd.
De wintertijd is eigenlijk de gewone tijd en duurt vijf maanden. Als het wintertijd (laatste weekend van oktober) wordt gaat de klok in de nacht van zaterdag op zondag van 3 uur ’s nachts naar 2 uur ’s nachts, achteruit dus. En kunnen we dus een uur langer profiteren van onze nachtrust.
Bij overgang naar wintertijd schuift de daglichtperiode een uur op, waardoor het ’s ochtends eerder licht en ’s avonds eerder donker wordt. Als de zomertijd ook in de winter zou gelden dan zou het rond de jaarwisseling pas rond 9 uur ’s ochtends licht worden.
In Nederland is het onderscheid tussen zomer- en wintertijd in 1977 opnieuw ingevoerd: ook van 1916 tot 1945 was de zomertijd van kracht.