Motorclub De Sniederrieders vieren dit weekend hun zilveren jubileum + 2, want Corona gooide in het jaar dat ze 25 jaar bestonden roet in het eten. In 1995 was het Edo Toenink, die in het café-restaurant van Herman Rouwers een balletje opgooide om een motorclub op te richten. Een aantal fervente motorrijders voelde daar wel wat voor. De naam De Sniederrieders heeft alles te maken met hun stamcafé, want Rouwers had als bijnaam ‘Sniedermans’. De motorclub De Sniederrieders kwam er en wat hebben ze inmiddels in die 27 jaar vele kilometers gereden.
“We genieten van onze ronkende motoren en voelen ons thuis op onze tweewielers. Bij mooi weer rijden we iedere zondagmorgen een stuk door Duitsland, maar daar blijft het zeker niet bij, want we hebben als motorclub prachtige routes gereden. Twee keer per jaar zijn we een weekend onderweg en dan ‘ronken’ we naar Oostenrijk en Italië en dat zijn fantastische trajecten met echte motorwegen. De passen in die landen geven ons echt een kick,” vertellen de Sniederrieders. Initiatiefnemer Edo Toenink laat zich ontvallen dat zijn motorpak hem nog steeds past. “Je hebt de dode vliegen er nog wel op zitten, “ is het snerende antwoord van één van zijn clubgenoten. Het kenmerkt de sfeer van deze motorclub, die met passie genieten om hun motoren op een veilige wijze over de wegen van Nederland en Europa te sturen.
De motorclub heeft bij hun thuishonk een boog geplaatst en de vrouwen zorgden voor de roosjes. De leden komen uit Denekamp, Ootmarsum en Agelo en op de eerste dinsdag van de maand komen ze ‘zonder motor’ bij Rouwers om daar de belangrijke zaken in de wereld te bespreken. Het liefst zitten ze op hun motor en deze hechte groep laat ook na het zilveren jubileum de motoren ronken op weg naar steeds nieuwe uitdagende wegen om daarna weer veilig thuis te komen.